De Vlaamse leeuw
Van Wikipedia
De Vlaamse leeuw of De Vlaomse liew is 't volksleed vanne Vlaomse Gemeinsjap. De teks is in juni 1847 deur Hippoliet Van Peene (1811-1864) gesjreve, de meziek is van Karel Miry (1823-1889).
Hippoliet Van Peene vong duudelik insperasie in Sie sollen ihn nicht haben, den freien Deutchen Rhein, So Lang sich Herzen haben, An seinem Feuerwein vanne Pruus Nikolaus Beckers, Karel Miry in Sonntags am Rhein van Robert Schumann.
[bewirk] Historie
De Vlaamse leeuw is 'n strijdleed oewt midde 19de iew, wie de Marseillaise in Frankriek. Deur polletieke spanninge in dae tied tusse Bèlsj en Frankriek haw 't vouk psychelogis noed aan e strijdleed. 't Leed waas ouch neet anti-Bèlsj gemeind, de 'viejand' woetege Vlaondre (en ouch Bèlsj) zich mos were, woor Frankriek. Rondj 1900 woor De Vlaamse Leeuw euveral es nasjonaal leed vanne Vlaominge geaksepteerd.
't Decreet van 6 juli 1973 vanne veurmalige Kultuurraod veur de Nederlanse Kultuurgemeinsjap reep de ieste twie strofe (in 't vet hie önger) tot eige volksleed oet. De teks en meziek zeen vasgelag op de bielaag bie 't ministrieel besloet van 11 juli 1985 (BS 11 juli 1985).
[bewirk] Teks
(De teks dae in 't vet stuit weurd bie officiële gelegenhede gezonge, de res dus neet.)
Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw,
Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en geschreeuw.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan:
De legerbenden sneven, een volk zal nooit vergaan.
De vijand trekt te velde, omringd van doodsgevaar.
Wij lachen met zijn woede, de Vlaamse Leeuw is daar
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
- Hij strijdt nu duizend jaren voor vrijheid, land en God;
- En nog zijn zijne krachten in al haar jeugdgenot.
- Als zij hem machteloos denken en tergen met een schop,
- Dan richt hij zich bedreigend en vrees'lijk voor hen op.
- Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
- Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
- Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
- Wee hen, de onbezonnen', die vals en vol verraad,
- De Vlaamse Leeuw komt strelen en trouweloos hem slaat.
- Geen enkle handbeweging die hij uit 't oog verliest:
- En voelt hij zich getroffen, hij stelt zijn maan en briest.
- Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
- Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
- Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
- Het wraaksein is gegeven, hij is hun tergen moe;
- Met vuur in 't oog, met woede springt hij den vijand toe.
- Hij scheurt, vernielt, verplettert, bedekt met bloed en slijk
- En zegepralend grijnst hij op's vijands trillend lijk.
- Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
- Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
- Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.