Chassis
Voor een voertuigchassis bestaan twee definities:
- De officiële definitie van een chassis is: een compleet rijdbaar onderstel van een voertuig, zonder enige opbouw.
Dit houdt in dat bij het chassis ook alle aandrijvende onderdelen, zoals de motor, de aandrijflijn en de brandstoftank horen. Een meer gangbare term hiervoor is: een “rijdend chassis”. In de begintijd van de auto was het gebruikelijk dat men een chassis kocht, wat het merk van de auto bepaalde, en dat de auto door een carrosseriebouwer van een koetswerk voorzien werd (zie ook carrosserie). Bij autobussen is dit nog steeds gebruikelijk. Met een chassis kan men dus al rijden, hoewel dit door het ontbreken van een cabine een frisse bedoening kan worden. Voorbeeld hiervan is een chassis zoals dat door vrachtautofabrikanten (bij voorbeeld DAF) aan busbouwers geleverd wordt. Vrachtwagens worden meestal geleverd in de vorm van chassis met cabine, die door de koper kan worden voorzien van een opbouw volgens eigen wensen of eisen. Ook bestelwagens zijn in deze vorm leverbaar.
- Een meer gebruikelijke definitie, die eigenlijk alleen op het chassisraamwerk past, is deze:
Het chassis is het dragende deel van een motorvoertuig, waaraan de aandrijflijn, wielophanging en carrosserie worden gemonteerd. Het is als het ware de ruggengraat van een motorvoertuig. Veel voertuigen, zoals touringcars en personenauto's hebben geen chassis, maar een zelfdragende carrosserie (monocoque).
Het chassis bestaat bij vrachtwagens doorgaans uit twee balken, langsliggers genaamd, die door middel van dwarsverbindingen aan elkaar zijn gekoppeld. Dit type heet een ladderchassis, en wordt voornamelijk toegepast bij vrachtwagens en terreinvoertuigen. Het chassis wordt in het algemeen in staal uitgevoerd, waarbij stalen U-vormige profielen worden toegepast. Varianten hierop zijn ronde (Mercedes MB 100) of rechthoekige kokerprofielen, dubbele Ω-vormige profielen (bestelwagens met chassis-cabine) en oorspronkelijk ook H-vormige profielen. In het begin van de autoproductie werd ook hout toegepast (zoals nu ook nog bij Morgan).
Veel voertuigen, zoals touringcars en personenauto's hebben geen chassis, maar een zelfdragende carrosserie (monocoque), of een ruimtelijke structuur (space frame) (Donkervoort, Renault Espace 1, Bova Futura).
Op het chassis staat ergens het chassisnummer dat ter identificatie van het voertuig wordt gebruikt.
Het chassis van fietsen, bromfietsen, scooters en motorfietsen wordt 'frame' genoemd.