De Mijl
De Mijl is de naam van een voormalige heerlijkheid en latere gemeente op het Eiland van Dordrecht en in de Hoeksche Waard.
In de Middeleeuwen was De Mijl een ten zuidwesten van Dordrecht gelegen heerlijkheid in de zogenaamde Tieselenswaard. De Sint-Elisabethsvloed maakte aan het bestaan van de grond een einde, maar de rechten op de heerlijkheid bleven. Toen in de loop van de zestiende en zeventiende eeuw steeds meer grond droogviel begonnen de heren van De Mijl de hun toebehorende grond weer in te polderen. De bekendste van hen was Arend Cornelisz., tevens burgemeester van Dordrecht en sinds 1554 ook erfpachter van het nabijgelegen Dubbeldam. Het gebied van de heerlijkheid werd weer op het water herwonnen, zij het dat de Dordtse Kil er dwars doorheen liep.
Na de Napoleontische tijd werd De Mijl een gemeente met een uitzonderlijk landelijk karakter: er was geen dorpskern in te vinden. De naam werd gewijzigd in De Mijl, Crabbe en Nadort. Nadort was een gehuchtje in het oude De Mijl, Crabbe was vermoedelijk alleen de naam van een waterloop. De gemeente grensde ten noordoosten aan de stad Dordrecht, ten zuiden aan Wieldrecht en ten oosten aan Dubbeldam; bovendien hoorde het kasteel Crabbehoff met zijn landerijen als enclave in Dubbeldams gebied bij deze gemeente.
Vanwege het geringe aantal inwoners en de afwezigheid van een dorpskern werd de gemeente in 1856, tegelijk met Wieldrecht, verdeeld onder Dubbeldam en 's-Gravendeel. De grond van het oude De Mijl werd later door Dordrecht geannexeerd en gebruikt voor stadsuitbreiding. De naam leeft voort in een bedrijventerrein.