Evangelie naar Judas
Het Evangelie naar Judas is een gnostische tekst over het leven van Jezus Christus en zijn apostelen, met name Judas Iskariot. Het is onmogelijk te achterhalen wanneer de originele tekst is geschreven, maar het is bekend dat deze reeds in 180 n.Chr. bestond, omdat bisschop Irenaeus van Lyon in dat jaar al over dit werk sprak. Sommigen vermoeden dat de oorspronkelijk tekst dateert uit de 2e helft van de 2e eeuw, maar het zou ook geschreven kunnen zijn ten tijde van het opschrijven van de andere evangeliën, tussen 60 en 100 na Chr. Momenteel bestaat er voor zover bekend slechts één kopie van het Evangelie naar Judas, daterend uit de 3e of 4e eeuw. Deze codex werd in 2006 gedeeltelijk (voor 85%) gerestaureerd en gereconstrueerd. Het evangelie spreekt voornamelijk over Judas Iskariot, maar er is geen tekst bij dat door hem zèlf is geschreven. Opmerkelijk hierin is dat Judas niet wordt afgeschilderd als 'schurk' of 'verrader', maar juist als een vroom en gelovig man, die tégen zijn wil deed wat Jezus van hem verlangde: hem verraden aan de romeinen.
Inhoud |
[bewerk] Datering
Het geschrift werd al genoemd door enkele kerkvaders maar tot op heden was er geen letterlijke tekst van bekend. Van de oorspronkelijk waarschijnlijk Griekse tekst is een bewerkte versie gevonden in de Koptische taal. Het exemplaar dateert naar mening van de weinige deskundigen die de tekst ter inzage hadden uit de 3e eeuw of 4e eeuw. Volgens de C14-datering is het papyrus waarop de tekst is geschreven te dateren tussen 230 en 330 na Christus. Paleografen hebben aangetoond dat de tekst zelf ongeveer in de tweede helft van de 4e eeuw is geschreven.
[bewerk] Ontdekking
Het Evangelie naar Judas werd waarschijnlijk in de jaren '50 of '60 van de twintigste eeuw in Egypte gevonden en later het land uit gesmokkeld. In een poging tot een clandestiene verkoop, liet de Egyptische eigenaar het hele werk in 1983 kort onderzoeken in een hotelkamer in Genève door enkele wetenschappers, o.a. Dr. Stephen Emmel van de Universiteit van Münster. Deze verklaarde later een aantal papyrus-werken gezien te hebben, waarvan twee in het Grieks en één in de Koptische taal. Het voorblad leek sterk op dat van de Nag Hammadi-codex. Ook viel hem op dat er veel over Judas gesproken werd en hij zag al snel dat het om een kostbaar, belangrijk werk ging dat snel naar een bibliotheek of museum moest voor conservatie, maar hij besefte toen nog niet dat het hier om het Evangelie naar Judas ging. Omdat de wetenschappers samen slechts 100.000 dollar konden ophoesten, maar de eigenaar er 3 miljoen voor wilde hebben, mislukte de verkoop. In hetzelfde jaar verdween het uiteindelijk jarenlang in een kluis van een Amerikaanse bank in Hicksville, New York. Hierdoor is het evangelie in kwaliteit flink achteruit gegaan. Pas in 1996 werd het werk door de antiekhandelaar Frieda Tchacos voor 300.000 dollar gekocht. Zij probeerde het weer te verkopen en ontdekte daarbij pas om wat het precies ging. Eind jaren '90 werd het gekocht door een galeriehoudster in Genève, die het onderbracht in de Maecenas Stichting. Deze stichting maakte met Pasen 2005 bekend het manuscript in handen te hebben en te werken aan een vertaling.
[bewerk] Publicatie en inhoud
Op het achtste internationale congres van Koptische studies in juni 2004 in Parijs hield Rodolphe Kasser van de Universiteit van Genève een spreekbeurt over het Evangelie naar Judas. Het was het eerste openbare wetenschappelijke bericht over het gevonden manuscript. Het evangelie naar Judas zou geschreven zijn door een Judas-priester van de vroeg-christelijke gnostische Kainitische sekte, die de moordenaar Kain vereerde. De achtergrond daarvan is dat volgens gnostici God de Schepper een boze god is, die weerstand geboden dient te worden. Om die reden zou de sekte ook Judas vereerd hebben als vervuller van een goddelijk plan, als oorzaak van de reddende kruisdood van Jezus.
De in het Koptisch geschreven vroeg-christelijke tekst zou Judas Iskariot inderdaad als verrader èn held weergeven. Volgens de tekst zou Judas als enige apostel echt begrepen hebben wat de missie van Jezus was en de anderen konden dit niet begrijpen omdat ze daartoe niet 'waardig' of 'rijp' genoeg waren. Dit is een belangrijk kenmerk van gnosticisme: slechts enkelen zijn 'uitverkoren' en kunnen de 'ware kennis' (gnosis) begrijpen. Dit was en is overigens ook een belangrijk kenmerk van mysterie godsdiensten en sekten. Alleen na een bepaalde 'inwijding' kan men deelachtig worden aan de 'ware leer en kennis'.
In het evangelie van Judas is Judas' actie geen feitelijk verraad, maar juist door Jezus gewenst. De dood is voor Jezus geen nederlaag, maar de mogelijkheid zich te bevrijden van het stoffelijke lichaam.
[bewerk] Oordeel door de vroege kerk
Al rond 180 waarschuwde Bisschop Irenaeus in zijn werk Adversus Haereses (= tegen de ketters) tegen het Evangelie naar Judas. Volgens onderzoekers grijpt Irenaeus daarbij terug op de visie van Justinus de Martelaar twintig jaar eerder. De beweringen van deze sekte waren dus al in de oudheid bekend. Irenaeus maakt in zijn Adversus Haereses melding van het feit dat sommigen meenden, dat Judas de waarheid gekend zou hebben en daarom Jezus had verraden. Irenaeus noemt dit een bedenksel van warhoofden. De Kainieten worden ook genoemd in de Panarion van Epiphanius van Salamis, waarin hij beschreef hoe deze groepering in Kain, Esau, Korach en de Sodomieten de bezitters van gnosis zag in tegenstelling tot Abel, Henoch, Abraham en Mozes. Theodoretus van Cyrrhus vermeldde in zijn geschriften dat het evangelie naar Judas de verrader zou verheerlijken als de ingewijde in het "mysterie van het verraad".
Dit is het geheime verslag van de openbaring die Jezus vertelde aan Judas Iskariot, drie dagen voor hij Pasen vierde. Toen Jezus op aarde verscheen, verrichtte Hij tekenen en grote wonderen voor de redding van de mensheid. Terwijl sommigen de weg van gerechtigheid bewandelden en anderen de weg van overtredingen, werden twaalf discipelen geroepen. Vaak verscheen Jezus niet aan zijn discipelen als zichzelf, maar was het alsof Hij een kind in hun midden was. Op een dag toen Hij met zijn discipelen in Judea was, trof Hij hen aan in eerbiedige afwachting. Toen Hij op hen afstapte om voor te gaan in het dankgebed voor het brood, moest Hij lachen. ‘Waarom hebben jullie je zo boos laten maken? Laat ieder die sterk genoeg is opstaan en mij de ware, geestelijke mens van binnen tonen.” Ze antwoordden: “Wij zijn sterk genoeg." Maar hun geesten durfden niet op te staan voor hem. Behalve Judas Iskariot. Judas zei: “Ik weet wie je bent en waar je vandaan komt. Ik ben het niet waard om de naam uit te spreken van degene die jou gezonden heeft.” Jezus zei: “Stap opzij van de anderen en ik zal je de geheimen van het Koninkrijk vertellen. Het is een groot en grenzeloos rijk, wat geen engel ooit heeft gezien en geen gedachte van het hart ooit heeft kunnen bevatten. En het is nooit bij zijn naam genoemd. Judas zei: “ Meester, in een visioen zag ik mijzelf. De discipelen stenigden mij tot ik dood was.” Jezus zei: “Jij zult de apostel worden die vervloekt wordt door de anderen. Het Koninkrijk der Hemelen ligt binnen je bereik, maar je zult veel leed moeten ondergaan.” Judas vroeg daarop: “Maar wat heb ik er dan aan?” Jezus antwoordde: “De schittering van jouw ster zal alle anderen verduisteren. Jij zult groter zijn dan hen allemaal. Judas, jij zult de man opofferen die mij kleedt. De ster die de weg wijst is jouw ster.”
Irenaeus had grote invloed in de kerk. Mede door zijn toedoen werden van de meer dan 30 bekende gnostische teksten slechts vier evangeliën gekozen voor het Nieuwe Testament: het evangelie naar Matteüs, het evangelie naar Marcus, het evangelie naar Lucas en het evangelie naar Johannes.
[bewerk] Betekenis voor wetenschap en kerk
De verwachtingen ten aanzien van de onderzoeksresultaten zijn verdeeld. De Nederlandse emeritus hoogleraar Gilles Quispel (overleden maart 2006) had zeer hoge verwachtingen, terwijl hoogleraar Hans van Oort de meeste opwinding toeschrijft aan een bewust gecreëerde mediahysterie door de eigenaren van het manuscript. Dit met het oog op een eventuele verkoop om van te voren de marktwaarde ervan flink op te drijven.
Voor de wetenschap zal het onderzoek in elk geval meer kennis opleveren van de gnostische sekte van de Kainieten. Het is onder meer niet duidelijk of deze groep al bestond voor het christendom (zoals Filastrius van Brescia in de 4e eeuw vermeldde) of dat zij eerst nadien ontstond.
Wat vast lijkt te staan, is het gnostische milieu waarin deze apocrief werd gelezen. De codex, waarin het evangelie naar Judas is gevonden, bevatte een aantal andere apocriefen, die ook al in de bibliotheek van Nag Hammadi zijn aangetroffen.
[bewerk] Externe links
- The National Geographic - The Lost Gospel (Engels)
- NOVA 6 april 2006 - Judas 'ster' van eigen evangelie
- The Judas We Never Knew; Disgraced disciple actually conspired with Jesus, according to newly released Gospel of Judas. Should we believe it? Commentaar vanuit traditioneel evangelische hoek (engels)