Hopje
Een hopje is een snoepje met een lichte koffie- en caramelsmaak.
Hopjes worden van oorsprong in Den Haag gemaakt, vandaar dat ze ook wel Haagse hopjes worden genoemd. Hopjes hebben een ietwat chique uitstraling, vooral omdat ze apart in een bedrukt papiertje zijn verpakt, iets wat voor snoep van oorsprong niet gebruikelijk was. Het hopje is genoemd naar Hendrik Hop, die van zijn dokter geen koffie mocht drinken. Hij liet daarom de bakker Theodorus van Haaren het bekende snoepje maken aan het einde van de 18de eeuw. Van Haaren kwam na enig experimenteren tot de koffiekaramel, gemaakt van koffie, gebrande suiker, room en roomboter. Hendrik Hop was meer dan tevreden. De snoepjes plakten niet, bleven lang hard en ze hadden vooral een heerlijke koffiesmaak. In het begín werd de lekkernij met de hand gemaakt en de grootste afnemer was de baron zelf. Hij deelde de snoepjes zo kwistig en enthousiast uit, dat men ging spreken van "hopjes". De opvolger van van Haaren, Nieuwerkerk, kreeg steeds meer bestellingen, zelfs uit het buitenland. Ongeveer een eeuw later kreeg de Haagse suikerfabrikant Rademaker het recht om hopjes te maken, tot in het begin van de jaren zeventig Droste Rademaker uitkocht.