Indicatorsoort
Een indicatorsoort is in de biologie een bepaalde soort of groep soorten, waarbij na het beschrijven van kenmerken van de soort uitspraken kunnen worden gedaan over uiteenlopende invloeden of veranderingen. Soms kan men informatie afleiden uit bepaalde eigenschappen van de soort, maar meestal betreft het de aanwezige aantallen binnen een gebied of juist afwezigheid van de soort. Het kan om allerlei dieren en ook planten gaan; kreeftachtigen, algen, amfibieën en insecten maar ook de aanwezigheid of eigenschappen van bepaalde schimmels en bacteriën kan over bepaalde zaken uitsluitsel geven.
Ook de te achterhalen informatie loopt sterk uiteen, enkele voorbeelden:
- Waterkwaliteit: de watermijten (o.a. het geslacht Unionicola), die vaak alleen in schone wateren leven, en in vervuilde wateren weinig voorkomt.
- Ecologie: veel insecten zijn monofaag, wat betekent dat ze maar op een enkele plant leven. Het aantreffen van een vlindersoort die alleen op een bepaalde plant leeft maakt de kans groot dat deze planten in de buurt staan.
- Luchtkwaliteit: korstmossen kunnen slecht tegen zwavelverbindingen zoals zwaveldioxide en sterven af als de concentratie te hoog is.
- Chemische samenstelling: bepaalde bacteriën en schimmels komen alleen voor in omgevingen waar specifieke andere stoffen ook beschikbaar zijn, bijvoorbeeld stikstofverbindingen.
Nadeel van indicatorsoorten is dat een enkele waarneming vaak niet zoveel zegt, als men op een enkel dak geen korstmossen ziet, wil dat nog niet zeggen dat de zwavelconcentratie te hoog is. De watermijten hebben in Nederland en België alleen al 220 soorten, die allemaal een iets andere tolerantie hebben.