Johannes Jacobus Poortman
Johannes Jacobus Poortman (26 april 1896, Rotterdam – 21 december 1970, Den Haag) studeerde filosofie en psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen onder Professor Gerard Heymans, alwaar hij in 1919 doctorandus werd. Zijn Doctoraat in de Letteren en Wijsbegeerte zou hij behalen aan de Universiteit van Amsterdam met zijn proefschrift Ochêma, Geschiedenis en zin van het Hylisch Pluralisme, dat hij publiek verdedigde op 30 november 1954. Poortman was lid van de Theosofische Vereniging en betrokken bij de oprichting van de Theosofische Werelduniversiteit. Hij studeerde in Groningen, Hamburg, Genève en aan de Parijse Sorbonne.
Toen bij Koninklijk Besluit de bijzondere leerstoel van metafysica in de geest van de theosofie aan de Stichting Proklos werd toevertrouwd, werd Poortman benoemd als eerste bijzonder hoogleraar om deze leerstoel te bekleden aan de Universiteit Leiden.
Deze leerstoel werd in de loop der jaren bekleed door:
- Prof. Dr. Johannes Jacobus Poortman (1958 -1966)
- Prof. Dr. Henk Dubbink (1966 -1975)
- Prof. Dr. Wim Van Vledder (1981 -1999)
- Prof. Dr. Hans Gerding (2004 - )
Zijn Repertorium der Nederlandse Wijsbegeerte werd na zijn overlijden door Prof. Wim Klever aangevuld.
Poortman wordt beschouwd als de vader van het hylisch pluralisme of de meervoudigheid van de stof.