Land van Hoboken
Het Land van Hoboken in Rotterdam, was een landgoed dat vanaf de 17e eeuw tot 1924 eigendom was van de redersfamilie Van Hoboken. Het landgoed lag tussen de Nieuwe Binnenweg, de Westersingel, de Westzeedijk en de Coolhaven en besloeg 56 ha.
Aan de Westzeedijk verrees in 1851-1852 Villa Dijkzigt als woonhuis voor de familie Van Hoboken. Dit gebouw is tegenwoordig een Rijksmonument. In dit gebouw tegenwoordig is het Natuurhistorisch Museum gevestigd. Villa Dijkzigt was de enige bebouwing in het verder lege weidegebied.
Toen het gebied in 1924 in handen kwam van de gemeente Rotterdam maakte stadsarchitect Witteveen een stedebouwkundig plan voor het gebied met woningbouw ten noorden van de Rochussenstraat en kantoren, musea en een park ten zuiden van de Rochussenstraat. Hier verrezen tot 1940 onder meer het Museum Boijmans Van Beuningen, het Unilever-gebouw (tegenwoordig de Hogeschool Rotterdam en Omstreken) en het Erasmiaans Gymnasium.
Na de oorlog is in 1950 op het toen nog grotendeels lege gebied de tentoonstelling Rotterdam Ahoy' gehouden. In 1960 kwam het eerste deel van het Dijkzigtziekenhuis gereed. Tegenwoordig wordt zo'n driekwart van het gebied in beslag genomen door het Erasmus MC, de voortzetting van het Dijkzigtziekenhuis). In de jaren negentig verschenen hier het Nederlands Architectuurinstituut en de Kunsthal en werd de museumfunctie van het gebied uitgebouwd.