Neopreen
Neopreen is een elastomeer of synthetisch rubber, dat verkregen wordt door de polymerisatie van chloropreen. Het monomeer chloropreen is een dieen, d.w.z. het heeft twee dubbele koolstof-koolstof-bindingen:
H H Cl H H H Cl H \ | | / | | | | C = C - C = C ··· - C - C = C - C - ··· / \ | | H H H H chloropreen polychloropreen
Polychloropreen werd ontwikkeld door het onderzoekslaboratorium van DuPont onder de leiding van Wallace Hume Carothers, die onder meer ook nylon uitvond. In 1931 startte dit bedrijf met de productie van polychloropreen, eerst onder de merknaam Duprene, die kort nadien werd vervangen door Neoprene. Dit synthetische rubber was oorspronkelijk bedoeld als oliebestendig substituut voor natuurrubber. Natuurrubber is een polymeer van isopreen dat een gelijkaardige structuur heeft als die van chloropreen (op de plaats van het chlooratoom bevindt zich bij isopreen een methyleengroep -CH3). De aanwezigheid van chlooratomen maakt polychloropreen chemisch inerter dan natuurrubber. Het is ook sterker klevend dan natuurrubber. De resterende dubbele bindingen in het polymeer laten toe om het, net zoals natuurrubber, te vulkaniseren d.w.z. dwarsverbindingen tussen polymeerketens te leggen (cross-linking) om de eigenschappen van het rubber te verbeteren.
De toepassingen van dit materiaal zijn uitgebreid; het wordt onder meer gebruikt als grondstof voor lijmen, voor chirurgische handschoenen, pakkingen (vanwege de chemische inertie) en voor isolatie (ook voor isolerende kledij: de "wetsuit" voor duikers op basis van neopreen werd in 1953 ontwikkeld door Hugh Bradner).
Andere namen voor dit polymeer zijn Baypren (handelsnaam van Bayer) of chloropreenrubber. De totale productiecapaciteit van polychloropreen in de wereld is ca. 300.000 ton per jaar (jaar 2000).