Quodlibet
Een quodlibet (voluit: quaestio de quodlibet) is een oefening in het middeleeuwse onderwijs aan de universiteiten waarbij men een geleerde in het openbaar willekeurig vragen kon stellen waarop hij dan onvoorbereid moest antwoorden. De term quodlibet komt uit het Latijn en betekent letterlijk wat je maar wil, naar believen. Het quodlibet was een variant op de gebruikelijkere quaestio in de scholastiek.
Bij voorbeeld van Thomas van Aquino zijn er naast verzamelingen als de Quaestiones de veritate ook Quaestiones de quodlibet overgeleverd. In het middeleeuwse universitaire onderricht vond het quodlibet meestal plaats op de vrijdagmiddag.
In tegenstelling tot het quodlibet in de muziek moest men de geleerde een quaestio de quodlibet op dezelfde geformaliseerde wijze beantwoorden als een normale quaestio. Eerst zet men de vraag of strijdpunten zo nodig onderverdeeld uiteen, vervolgens de redenen die tegen een positief antwoord lijken te pleiten, vervolgens tegenwerpingen hierop, daarna komt de conclusie, gevolgd door voorbeelden ter illustratie, en tot slot volgt een uiteenzetting waarin men successievelijk de tekortschietende argumenten behandelt. Het didactische doel van de quaestio de quodlibet was niet alleen het ontwikkelen van de vaardigheid om geïmproviseerd te antwoorden, maar ook het paraat hebben van een brede algemene kennis, het helder en geordend presenteren, en het slagvaardig afwegen van argumenten.
Men gebruikte de uitdrukking quodlibet na de middeleeuwen ook als term voor potpourri's, medley's en andere vormen van muzikale improvisatie.