Soera De Bedevaart
- De Opening (Al-Fatiha)
- De Koe (Al-Baqarah)
- Het Geslacht van Imraan (Al-Imran)
- De Vrouwen (An-Nisa')
- De Tafel (Al-Ma'idah)
- Het Vee (Al-An'am)
- De Kantelen (Al-A'raf)
- De Buit (Al-An'fal)
- Het Berouw (At-Tawbah)
- Jonas (Yunus)
- Hud
- Jozef (Yusuf)
- De Donder (Ar-Ra'd)
- Abraham (Ibrahiem)
- Al-Hidjr
- De Bijen (An-Nahl)
- De Nachtreis (Al-Isra)
- De Spelonk (Al-Kahf)
- Maria (Maryam)
- Ta Ha
- De Profeten (Al-Anbi'ya)
- De Bedevaart (Al-Hadj)
- De Gelovigen (Al-Mu'minun)
- Het Licht (An-Nur)
- De Onderscheiding (Al-Furqaan)
- De Dichters (As-Sju'ara')
- De Mieren (An-Naml)
- De Vertelling (Al-Qasas)
- De Spin (Al-'Ankabut)
- De Byzantijnen (Ar-Rum)
- Luqman
- De Aanbidding (As-Sadjdah)
- De Partijscharen (Al-Ahzaab)
- Sheba (Saba)
- Schepper (Fatir)
- Ya Sin
- De in de Rangen Behorenden (As-Saffat)
- Saad
- De Groepen (Az-Zumar)
- Vergever (Ghafir)
- Duidelijk Uiteengezet (Fussilat)
- De Consultatie (As-Sjura)
- Pracht en Praal (Az-Zukhruf)
- De Rook (Ad-Dokhaan)
- De Geknielden (Al-Djaathi'yah)
- De Zandduinen (Al-Ahqaaf)
- Mohammed (Muhammed)
- Het Succes (Al-Fat'h)
- De Binnenvertrekken (Al-Hudjuraat)
- Qaaf
- De Winden die Verspreiden (Az-Dhari'yaat)
- De Berg (At-Tur)
- De Ster (An-Nadjm)
- De Maan (Al-Qamar)
- De Erbarmer (Ar-Rahmaan)
- De Onoverkomelijke Gebeurtenis (Al-Waaqi'ah)
- Het IJzer (Al-Hadied)
- De Twist (Al-Mudjaadilah)
- De Opdrijving (Al-Hashr)
- De op de Proef Gestelden (Al-Mumtahina)
- De Strijdplaats (As-Saff)
- De Vrijdag (Bijeenkomst) (Al-Djumu'ah)
- De Huichelaars (Al-Monafiqun)
- Het Bedrog (At-Taghaabun)
- De Verstoting (At-Talaaq)
- De Verbodenverklaring (At-Tahriem)
- Het Koningschap (Al-Mulk)
- De Pen (Al-Qalam)
- De Wezenlijke (Al-Haaqqah)
- De Manieren van Ascentie (Al-Ma'aridj)
- Noach (Nuh)
- De Demonen (Al-Djinn)
- De Ingehulde (Al-Mozzammil)
- De Ommantelde (Al-Muddaththir)
- De Resurrectie (Al-Qi'yaamah)
- De Mens (Al-Insaan)
- De Uitgezondenen (Al-Mursalaat)
- Het Nieuws (An-Naba')
- De Uitrukkenden (An-Nazi'at)
- Hij Fronste ('Abasa)
- Het Opvouwen (At-Takwier)
- De Splijting (Al-Infitaar)
- De Knoeiers (Al-Motaffifeen)
- De Uiteenscheuring (Al-Inshiqaaq)
- De Sterrenbeelden (Al-Burudj)
- De Nachtelijke Bezoeker (At-Taariq)
- De Allerhoogste (Al-Ala)
- Het Overweldigende Moment (Al-Ghashiyah)
- De Dageraad (Al-Fadjr)
- De Stad (Al-Balad)
- De Zon (As-Shams)
- De Nacht (Al-Layl)
- De Glorieuze Ochtend (Ad-Dhuha)
- De Expansie (As-Sharh)
- De Vijgenboom (At-Tien)
- De Bloedklomp (Al-Alaq)
- De Waardevolle Nacht (Al-Qadr)
- Het Uitsluitende Bewijs (Al-Bayyinah)
- De Beving (Az-Zalzalah)
- De Rennenden (Al-Aadi'yat)
- De Dag van Oproering (Al-Qari'a)
- De Wedijver om Vermeerdering (At-Takaathur)
- De Namiddag (Al-Asr)
- De Lasteraar (Al-Humazah)
- De Olifant (Al-Fiel)
- De Quraisjieten (Quraisj)
- De Noden van Buren (Al-Maa'un)
- De Overvloedigheid (Al-Kawthar)
- De Ongelovigen (Al-Kaafirun)
- De Hulp (An-Nasr)
- De Touwvezels (Al-Masad)
- De Toewijding (Al-Ikhlaas)
- De Doorbraak (Al-Falaq)
- De Mensheid (An-Naas)
Soera | 22 |
Transcriptie | Al-Hadj |
Geopenbaard in | Medina |
Aantal ayat | 78 |
Djuz' | dag 17 |
Geopenbaard na | Het Licht |
Soera De Bedevaart is een soera van de koran.
De soera is vernoemd naar de 27ste vers waar de vijfde zuil van de islam wordt genoemd, de hadj. In de soera wordt verhaald over de oprichting van de Ka'aba door Ibrahim en Ismaïl.
[bewerk] Bijzonderheden
Ayaat 1 t/m 24 zijn neergedaald in Mekka vlak voor de Hidjra. Ayaat 52 t/m 55 daalde neer tussen Mekka en Medina. Ayaat 25 t/m 51 en 56 t/m 78 in Medina, net na aankomst. Bij recitatie van aya 18 en aya 77 (Sjafi) wordt de sudjud, de nederwerping, verricht.