Vlaktemaat
De tegenwoordige vlaktemaat, de eenheid om de grootte van oppervlaktes weer te geven, is de vierkante meter.
Bij de invoering van het metrieke stelsel was er een aparte vlaktemaat, de are (aangeduid met een a) die 10 m x 10 m = 100 m² meet. Hiervan afgeleid waren de centiare (1 ca = 1/100 a = 1 m²) en de bunder of hectare (1 ha = 100 a = 10.000 m²). Deze maten komen in het spraakgebruik nog wel voor.
Voor de invoering waren andere vlaktematen in omloop, die regionaal verschillend waren. Zo was er:
- het gemet
- de gras in Groningen, ongeveer een halve hectare = de hoeveelheid gras die nodig was voor een koe.
- de deimat of dagmaat = de hoeveelheid land die een maaier per dag kon maaien.
- de hont
- de bunder
- de loopense
- de morgen
- de mud
- de pondemaat
- de roede (of roe)
- de schat
- de schepel
- de snees
- de spint