Walter Leblanc
Walter Leblanc (Antwerpen, 26 december 1932 – Silly, 14 januari 1986) was een Belgisch beeldend kunstenaar.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
Na zijn opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (1949-1954) en aan het Nationaal Hoger Instituut (1955-1956) in Antwerpen – studies die nog in het teken stonden van de figuratieve kunst – evolueerde hij in de richting van de monochrome kunst, de op-art en de kinetische kunst.
De activiteiten van de groep G58 (1958-1962) in het Antwerpse Hessenhuis, waarvan hij de medeoprichter was, waren voor Leblanc richtinggevend. Hij kwam er in contact met de internationale avant-garde, zoals de Duitse Zero-groep (1958-1966), Nul uit Nederland (1960-1965) en werd lid van de internationale beweging Nouvelle Tendance (1961-1968).
In 1959 introduceerde Leblanc de torsie als basiselement in zijn werk. In de Twisted Strings werden getorste katoendraden gespannen op een monochroom, meestal wit, oppervlak. Afhankelijk van de verplaatsing van de toeschouwer en de wisselende lichtinval op het reliëf, ontstaat in het oog van de participant een vibrerend, optisch effect. In de Mobilo Statics, werden de katoendraden vervangen door tweekleurige polyvinyl-linten. De Torsions ontwikkelden zich verder tot vrijstaande sculpturen uit gelakt metaal of hout. In 1975 ontstonden de Archetypes, geprogrammeerde reeksen, waarin Leblanc via tekeningen en sculpturen uit geoxideerd staal, de combinatiemogelijkheden van geometrische grondvormen, zoals de driehoek, het vierkant, de cirkel en hun afgeleiden onderzocht.
Doorheen het hele oeuvre van de kunstenaar, is er een tendens aanwezig om uit het vlak te treden. In de Archetypen ging dit gepaard met een toenemende monumentaliteit die een hoogtepunt bereikte met de architectonische integratie in Simonis (metrostation) te Brussel (1981-1986).
Zijn zin voor monumentaliteit en een zuivere, geometrische vormgeving en ook de modulaire, seriële en systematische opbouw van zijn werken, tonen verwantschap met het minimalisme. Maar in tegenstelling tot het industriële karakter van de minimale kunst, getuigen de werken van Leblanc van een poëtische en subtiele eenvoud.
Vanaf 1977 tot 1986 doceerde Walter Leblanc aan het Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedenbouw te Antwerpen.
Op 14 januari 1986 kwam de kunstenaar om het leven bij een auto-ongeval.
[bewerk] Individuele tentoonstellingen
1961: Brussel, Paleis voor Schone Kunsten, Walter Leblanc
1965: Krefeld, Galerie 123, Walter Leblanc Mobilo-statics
1968: Brussel, Paleis voor Schone Kunsten, Walter Leblanc Torsions; FrieBurg i.Br., Kunstverein, Leblanc Torsions
1974: Basel, Schweizer Mustermesse, Fünfte Internationale Kunstmesse, Art 5’ 74, Galerie Regio, Walter Leblanc 1959-1974
1989: Brussel, Atelier 340, Walter Leblanc Bijdrage tot de geschiedenis van ‘Nieuwe Tendentie’; Ludwigshafen, Wilhem-Hack Museum, Walter Leblanc Retrospektive; Bottrop, Josef Albers Museum Quadrat, Walter Leblanc Retrospektive, Bilder - Objekte - Plastiken; Salzburg, Museum Carolino Augusteum, Walter Leblanc Eine retrospektive
1990: Oostende, Provinciaal Museum voor Moderne Kunst, P.M.M.K., Walter Leblanc
1996: Oostende, Provinciaal Museum voor Moderne Kunst, P.M.M.K., Walter Leblanc, Reliëfs op papier 1957-1962 1997: Düsseldorf, Galerie Schoeller, Walter Leblanc, Bilder, Arbeiten auf Papier und Skulptur
2001: Gent, Stedelijk Museum voor Actuele Kunst, S.M.A.K., Walter Leblanc
[bewerk] Selectie groepstentoonstellingen
1960: Leverkusen, Städtisches Museum, Schloss Morsbroich, Monochrome Malerei
1962: Antwerpen, G 58 Hessenhuis, Anti-Peinture; Gent, St. Pietersabdij, Forum 62; Bern, Galerie Schindler, Zero
1963: San Marino, Palazzo del Kursaal, IV Biennale Internazionale d’Arte Oltre l’informale; Frankfurt/M, Galerie d, Schwanenhalle des Römers, Europaïsche Avantgarde; Venezia, Fondazione Querini Stampalia, Nuova Tendenza 2
1964: Leverkusen, Städtisches Museum, Schloss Morsbroich, Neue Tendenzen; Paris, Musée des arts décoratifs, Palais du Louvre, Propositions visuelles du mouvement international Nouvelle Tendance; London, Mc Roberts and Tunnard Gallery, R. Wills, Fontana, Leblanc, Piene; London, Redfern Gallery, Structures Vivantes, Agam, Bury, Fontana, Leblanc, Soto, Vasarely
1965: Bern, Galerie Aktuell, Aktuell 65: Neue Tendenzen, Arte programmata, Anti-peinture, Zéro, Nul, Recherche d’art visuel, Recherche continuelle; New-York, Museum of Modern Art, The Responsive Eye; Milan, Atelier de Fontana, Zéro Avant-garde; Bern, Kunsthalle, Licht und Bewegung/Kinetische Kunst; San Marino, Palazzo del Kursaal, Ve Biennale internazionale d’Arte Contemporanea; Brussel, Paleis voor Schone Kunsten, Lumière, mouvement et optique; Lincoln, The Cordova Museum, White on white; Baden-Baden, Kunsthalle, Licht und Bewegung/Kinetische Kunst
1966: Düsseldorf, Kunsthalle, Licht und Bewegung/Kinetische Kunst; Eindhoven, Stedelijk van Abbemuseum, Triennale der Zuidelijke Nederlanden; Bern, Kunsthalle, Weiss auf Weiss; Gelsenkirchen, Halfmannshof, Bonalumi, Cruz Diez, Leblanc, Rickey, Sommer, Soto
1967: Frankfurt/M, Studio Galerie, Goethe Universität, Serielle Formationen; Krefeld/Galerie Denise René/Hans Mayer, Vom Konstruktivismus zur Kinetik 1917 bis 1967; Paris, Musée d’Art Moderne de la ville, Cinquième biennale de Paris
1968: Berlin, Haus am Waldsee, Kinetische Kunst
1969: Nürenberg, Kunsthalle, Biennale Konstruktive Kunst: Elemente und Prinzipien
1970: Venezia, 35e Biennale internazionale d’arte; Krefeld, Galerie Denise René/Hans Mayer,Zero in Krefeld 1970
1979: Gent, Sint-Pietersabdij, De Jaren 60 Kunst in België; Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Zero Internationaal Antwerpen
1980: Brussel, Paleis voor Schone Kunsten, Europalia België/Nederland Knooppunten en Parallellen in de kunst na 1945
1981: Rotterdam, Museum Boymans-Van Beuningen, Europalia België/Nederland Knooppunten en Parallellen in de kunst na 1945
1983: ’s Gravenhage, Haags Gemeentemuseum, Informele kunst in Belgïe en Nederland, 1955-1960 Parallellen in de nederlandstalige literatuur
1984: Brussel, Atelier 340, Sculpturaal oppervlak
1985: Salzburg, Museum Carolino Augusteum, Eine Europaïsche Bewegung Bilder und Objekte aus der Sammlung Lenz Schönberg
1986: Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Rapports Plan-Espace
1997: Bottrop, Quadrat Bottrop, Josef Albers Museum, 20 Jahre Moderne Galerie, Aufbau einer Sammlung konkreter Kunst; Esslingen, Galerie der Stadt Esslingen Villa Merkel, Zero und Paris 1960
2004: Zagreb, Museum für Zeitgenössische Kunst Zagreb, ZERO die Europäische Vision 1958 bis heute, Sammlung Lenz Schönberg
[bewerk] Prijzen en onderscheidingen
1964: Laureaat van de Prijs Jonge Belgische Schilderkunst
1966: Laureaat van de Europaprijs voor schilderkunst, stad Oostende
1967: Laureaat van de 5e Biënnale van Parijs
1969: Eugène Baie Prijs voor schilderkunst, provincie Antwerpen
1974: Prijs van de Kamer van Koophandel van Bazel voor zijn one-man show op de kunstbeurs Art 5’74
[bewerk] Bibliografie
WODEK, N. e.a., Walter Leblanc, Contribution à l’histoire de “Nouvelle Tendance”, Brussel, Atelier 340, 1989.
EVERARTS DE VELP-SEYNAEVE, D. & LEBLANC, N. (eds.), Walter Leblanc, catalogue raisonné, Gent, Ludion, 1997.