Arbogast
Arbogast (overleden 8 september 394) was een Romeinse generaal van Frankische afkomst, die uiteindelijk de machtigste man in het West-Romeinse Rijk werd.
Arbogast begon zijn militaire carrière onder keizer Gratianus, en volgde Bauto op als legerleider in Gallië. Hij vocht tussen 388 en 394 in dienst van keizer Theodosius tegen tegenkeizer Magnus Maximus, en nadat deze werd verslagen, werd hij in 388 aangesteld als leider van het leger in Gallië, met de opdracht in de provincie de orde op zaken te stellen. In 389 boekte hij een belangrijke overwinning op zijn volksgenoten, de Franken. Hij doodde de zoon van Maximus, herstructureerde het bestuur van de provincie en versterkte de Rijngrens. Hij plaatste Franken op diverse hoge posten, die hij door promoties tot trouw aan zichzelf aanzette.
In 392 kwam Valentinianus II in Vienne aan om de leiding over de provincie weer over te nemen. Hij ontving Arbogast en overhandigde hem een document dat hem van zijn functies onthief. Arbogast echter verscheurde het papier, en verklaarde er niet door gebonden te zijn. Valentinianus trok zijn zwaard, en kon er slechts met moeite van weerhouden worden Arbogast dan wel zichzelf te doden. Enkele dagen later werd Valentinianus dood in zijn kamer aangetroffen. Hoewel er bronnen zijn die zelfmoord vermoeden, is het waarschijnlijker dat hij in opdracht van Arbogast vermoord is.
Arbogast schoof hierna Flavius Eugenius als keizer naar voren. Eerst in Gallië, daarna ook in Italië werd deze inderdaad erkend. De Oost-Romeinse keizer Theodosius I echter was van mening dat hij degene was die het recht had de opvolger te benoemen. Een nog groter conflictonderwerp was de religie. Theodosius was een sterk aanhanger van het christendom, en had openbare heidense bijeenkomsten in het gehele rijk verboden. Arbogast daarentegen had zich verbonden met de heidense fractie in de senaat, en onder Eugenius had het heidendom in Rome haar laatste bloeiperiode.
In 394 trok daarom Theodosius op tegen Eugenius. Het kwam tot een veldslag in een bergpas, de slag aan de Frigidus (6 september 394). Aanvankelijk leek Eugenius' leger, geleid door Arbogast, aan de winnende hand, en Theodosius' Gothen, geleid door Alarik, werden verslagen. Theodosius bad de gehele volgende nacht, en de volgende morgen stak een grote storm op (de bora, vergelijkbaar met de foehn), die het leger van Eugenius volledig in verwarring bracht en vernietigde. Arbogast en consul Nicomachus Flavianus pleegden zelfmoord, keizer Eugenius werd onthoofd.
Na zijn overwinning werd Theodosius keizer van het herenigde rijk, maar 4 maanden later stierf ook hij, en het rijk werd opnieuw verdeeld tussen zijn zonen Honorius en Arcadius, ditmaal definitief.
Arbogast kan worden beschouwd als de voorloper van de situatie in de 5e eeuw waarbij de daadwerkelijke macht in het West-Romeinse Rijk niet meer bij de keizer lag, maar bij achter de schermen regerende generaals, vaak van Germaanse afkomst (Stilicho, Constantius III, Aetius, Ricimer, Odoaker), en de keizer vaak niet meer dan een stroman was.