Brief van Paulus aan Titus
De brief van Paulus aan Titus is een van de boeken in het Nieuwe Testament in de bijbel. Het is een brief van Paulus van Tarsus aan de jonge Titus. De brief telt 3 hoofdstukken.
De brief werd waarschijnlijk rond dezelfde tijd geschreven als de eerste brief van Paulus aan Timoteüs, waar hij veel overeenkomsten mee vertoont. Beide brieven werden door de schrijver geschreven aan personen die hij achterliet in kerken toen hij vertrok. Beide brieven richten zich op de vraag welke kwaliteiten mensen moeten hebben die in ambten in de gemeente worden aangesteld. De voorschriften zijn in beide bijna identiek. Zowel Timoteüs als Titus worden gewaarschuwd tegen heersende misvattingen.
Deze overeenkomsten houden niet op bij de onderwerpen van de beide brieven, die enigszins voortkomt uit de vergelijkbare situatie van de personen aan wie de brief geadresseerd is, maar strekt zich ook uit tot een groot aantal zinnen en uitdrukkingen. De schrijver begroet zijn twee vrienden met dezelfde groet, en gaat op dezelfde wijze over op het onderwerp van zijn brief (vgl. 1 Tim. 1:2, 3 met Titus 1:4, 5; 1 Tim. 1:4 met Titus 1:13, 14; 3:9; 1 Tim. 4:12 met Titus 2:7, 15).
De datum van zijn samenstelling kan geconcludeerd worden uit de omstandigheid dat het geschreven werd na Paulus' bezoek aan Kreta (Titus 1:5). Dat bezoek kan niet het bezoek in Handelingen 17:7 zijn, want toen had Paulus niet of nauwelijks gelegenheid voor evangelisatie: hij was als gevangene op weg naar Rome, waar hij twee jaar bleef. Wij kunnen redelijkerwijs aannemen dat Paulus, na zijn vrijlating, vanuit Rome naar Azië zeilde en onderweg Kreta aandeed, en daar Titus achterliet "om in orde te brengen hetgeen nog verbetering behoefde". Vandaar reisde hij naar Efeze, waar hij Timoteüs achterliet. Van Efeze reisde hij naar Macedonië, waar hij 1 Timoteüs schreef, en vandaar naar Nicopolis in Epirus, vanwaar hij rond 66 of 67 naar Titus schreef.
Zie ook: Paulus (brieven).