Diskette
Een diskette of floppydisk is een opslagmedium voor een computer dat populair is geworden als middel voor transport van data tussen verschillende computers of voor externe opslag.
Een diskette bestaat uit een dun, cirkelvormig en flexibel (waarvan de Engelse benaming floppy is afgeleid) stuk plastic, bedekt met een magnetiseerbare laag en gevat in een vierkant of rechthoekig omhulsel.
De schijf wordt gelezen en beschreven in een zogenaamde floppydiskdrive, FDD of diskettestation, niet te verwarren met een 'fixed disk drive' wat een oude IBM-benaming is voor een harde schijf.
Inhoud |
[bewerk] Gebruik van de diskette
Floppydisks, ook wel floppy's genoemd, waren een onmisbaar onderdeel van personal computers zoals die in de jaren '80 op de markt werden gebracht. Ze waren het middel om besturingssysteem en software op te slaan toen er nog geen betaalbare harde schijven waren.
Tegen het begin van de jaren '90 werden softwarepakketten zo groot dat ze op sets van floppy's werden opgeslagen. Tegen het eind van de jaren '90 werd hiervoor steeds meer de cd-rom gebruikt. De zipdisk werd soms als alternatief voor de floppy ingezet bij het bewaren van gegevens. Met de opkomst van internet en goedkoop ethernet werd opslag op diskette steeds minder noodzakelijk. Tegenwoordig wordt voor externe opslag meestal gebruikgemaakt van (schrijfbare of herschrijfbare) compact discs of USB-sleutels. Voor back-up wordt in professionele omgevingen nog steeds veel gebruikgemaakt van tapedrives (zoals DAT).
Toch rusten veel fabrikanten hun pc nog steeds uit met een diskettestation, voornamelijk voor de zogenaamde achterwaartse compatibiliteit, voor al diegenen die hun gegevens op diskette hadden bewaard, en om de overstap naar de nieuwe pc eenvoudig mogelijk te maken. Apple Computer was het eerste bedrijf dat de diskette helemaal afschafte met de introductie van de iMac in 1998. In maart 2003 nam Dell Computer eenzelfde beslissing door het diskettestation optioneel te maken voor de Dell Dimension thuiscomputers. Tot heden zijn diskettestations (eventueel in USB-uitvoering) als losse compoment leverbaar. Steeds minder nieuwe computers zijn standaard uitgerust met een diskettestation.
Het is onverstandig een diskette in het diskettestation te laten zitten. Wanneer er op de diskette een virus staat zal dit bij opstarten van de diskette geactiveerd kunnen worden en de rest van de computer kunnen infecteren.
[bewerk] Geschiedenis van de diskette
De diskette en floppy disk drive (FDD) werden in 1967 uitgevonden door de IBM-technicus Alan Shugart. De eerste floppydrives gebruikten een schijf met een diameter van 8 inch, ongeveer 20 centimeter, en een capaciteit van slechts 80 kilobytes. Door IBM werd deze floppy (als read-only unit) gebruikt in grote mainframes voor de snelle installatie van firmware en diagnostics-software.
Leveranciers van homecomputers, die tot dan toe gebruik maakten van magnetische tapes (compact cassette), zagen al snel de mogelijkheden van het nieuwe medium. De eerste floppydisk in een thuiscomputer was de 5¼ inchversie (ongeveer 13 centimeter), klein genoeg om in een desktopmachine te passen, met een capaciteit van 360 kB (single-sided, double-density).
Omdat deze machines nog geen harde schijf hadden, werd het besturingssysteem geladen van een floppy, waarna deze werd vervangen door een andere waarop de applicatie stond. Latere machines hadden twee drives zodat de schijf met het besturingssysteem in drive A kon blijven terwijl de applicatieschijf in drive B werd geladen.
Latere disketteversies konden 1,2 megabytes bevatten (double-sided, quad-density). Het door elkaar gebruiken van 360 kB- en 1,2 MB-floppydisks kon problemen opleveren. Als een 1,2 MB-floppy werd beschreven in een 1,2 MB-diskettestation maar alsof het een 360 kB-floppy was, dan kon deze soms niet gelezen worden door een 360 kB-diskettestation, omdat die een breder spoor las, en zo nog oude gegevens van een ander spoor meenam.
Deze schijven waren nog steeds van flexibel materiaal gemaakt en werden vaak bewaard in speciale papieren enveloppen.
Fabrikant Amstrad leverde de computermodellen CPC664 en CPC6128 met een 3 inchdrive, wat door enkele andere fabrikanten werd gevolgd. De schijven hiervoor bleven duur en het werd dan ook geen commercieel succes. Het kleine formaat en het harde omhulsel met 'write protect'-schuif bleek echter een succes wat terug kwam in de latere 3½ inchfloppy's.
Door Sony werd hiervan een 90 mm-versie ontwikkeld. Amerikaanse fabrikanten hernoemden dit tot 3½ inch (hoewel 3,5 inch eigenlijk 88,9 mm is) en deze naam werd algemeen overgenomen, zelfs in landen die het metriek stelsel hanteren. gebruikmakend van de laatste technische ontwikkelingen en de eigenschappen van de eerder genoemde 3 inchdisk werd de capaciteit vastgesteld op 720 kB (double-sided, double-density). 720 kB was het formaat voor MS-DOS-systemen, voor Amiga-systemen bevatten dezelfde floppy's 880 kB en eerdere Apple-systemen kwamen tot 800 kB. Ruw kon de diskette 1 MB bevatten; er is echter altijd ruimte nodig voor de formattering van het bestandssysteem. Ondanks het harde omhulsel bevat de 3,5 inchdiskette van binnen nog steeds een flexibel schijfje om de gegevens op te slaan. Vandaar dat deze nog steeds 'floppy' genoemd kan worden, al is 'diskette' inmiddels meer gangbaar.
Al snel werd dit gevolgd door de High Density-standaard, te herkennen aan de gestileerde HD in de rechterbovenhoek. Deze diskettes bevatten maximaal 1,44 MB (1,76 MB voor Amiga's; 2,0 MB ruw) en zijn nu nog steeds de standaard, ondanks pogingen om de dubbele hoeveelheid (2,88 MB) te kunnen gebruiken door gebruik te maken van andere formatteringsmethoden en andere coatings. Om problemen te voorkomen, (zoals bij de 5¼ inchfloppy's) had de 1,44 MB-diskette een uitsparing in de behuizing, waaraan de drive het type kan herkennen. Soms kon dit (bewust of onbedoeld) omzeild worden, zodat er nog steeds lees- en schrijfconflicten konden ontstaan tussen de 720 kB- en 1,44 MB-versie. Ook kon zich hetzelfde probleem voordoen als met 5¼ inch diskettes. Wanneer een high-density-diskette op 720 kB werd geformatteerd in een HD-drive, was het spoor slechts zo breed als de kop toeliet. Als de schijf daarna gelezen werd in een double density drive, was een deel van het DD-spoor ongemagnetiseerd, zodat de drive de data niet betrouwbaar las.
Microsoft-software werd vaak uitgebracht op diskettes die 1,68 MB bevatten. Hierbij werd gebruikgemaakt van een andere formattering: 21 sectoren in plaats van de standaard 18.
Het meest gebruikte bestandssysteem voor diskettes is FAT12, maar ook andere bestandssystemen zoals MINIX zijn mogelijk.
Tegen het begin van de jaren '90 werden computers meestal uitgevoerd met beide typen diskettes, dus zowel de 5¼ als de 3½ inch. Enkele jaren later bleek de robuustere 3½ inchversie de meest gebruikte. Dit kwam doordat de magnetiseerbare oppervlakte van de 5¼ inchschijf te gemakkelijk beschadigd kon worden door bijvoorbeeld vingerafdrukken. 3½ inch diskettes waren handiger om mee te nemen, omdat ze door de stevigheid van de behuizing minder risico liepen beschadigd te worden in bijvoorbeeld tassen of jaszakken.
Sinds de opkomst van cd-roms en de dvd zijn diskettes steeds verder in onbruik geraakt. Ook het gebruik van de USB-sleutel heeft sinds de eeuwwisseling een hoge vlucht genomen.
[bewerk] Typen diskettes
Er zijn verschillende soorten diskettes:
- 8 inch, met een capaciteit van 80 kB (Read Only), 256 kB (Single-Sided, Normal-Density), 500 kB (Single-Sided, Double-Density) en 1200 kB (Double-Sided, Double-Density)
- 5¼ inch, met capaciteiten van 110 kB, 160 kB en 180 kB (Single-Sided, Single-Density), 320 kb en 360 kB (Double-Sided, Double-Density), 720 kB (Double-Sided, Quad-Density) en 1,2 MB (Double-Sided, High-Density)
- 3½ inch, (eigenlijk 90 mm) het meest gebruikte huidige formaat, en is beschikbaar (geweest) met capaciteiten van 720 kB (Double-Sided, Double-Density)), 1,44 MB (Double-Sided, High-Density) en 2,88 MB (Double-Sided, Extended-Density), 21 MB (VHD, of Floptical), 120 MB (SuperDisk LS-120), 240 MB (SuperDisk LS-240) en 150 MB / 200 MB (HFiD, High Capacity Floppy Disk). Een Amiga heeft 880 kB (Double-Sided, Double-Density) en 1,76 MB (Double-Sided, High-Density) als indeling.
- Van de oude 8 inch- en 5¼ inchfloppydisks zijn hard-sectored en soft-sectored uitvoeringen gemaakt. Het verschil zit in een reeks gaatjes in de drager bij het hard-sectored type. Deze gaatjes werden optisch gedetecteerd en gebruikt als referentie bij het formatteren van de sectoren. In de IBM PC werden soft-sectored disks toegepast; sinds die tijd zijn hard-sectored disks vrijwel niet meer gebruikt.
[bewerk] Betrouwbaarheid
Bij een diskette worden de gegevens met behulp van magnetisme opgeslagen. Hierdoor kunnen problemen met de betrouwbaarheid van het medium ontstaan. Door een magneetje langs een diskette te halen zal een gedeelte van de data verdwijnen.
Om gegevens op een diskette te bewaren dient men de diskette in ieder geval:
- niet in de zon en op te warme plekken te leggen;
- niet op stoffige plaatsen te bewaren;
- niet bij magneten en magnetische apparaten (zoals apparaten met een transformator) in de buurt te houden;
- niet met oplosmiddelen in contact te laten komen (ook niet in dezelfde kast plaatsen waar oplosmiddelen staan);
- op te bergen met de magnetiseerbare laag afgedekt, dus in de envelop of met gesloten beschermingsschuifje;
- niet te beschrijven met schrijfgerei dat een hoge druk uitoefent, zoals een balpen.
Als een diskette goed bewaard wordt, zouden de gegevens normaliter zo'n vijf tot tien jaar leesbaar moeten blijven.
[bewerk] Diskettestation
In 2003 worden de meeste pc's nog hooguit met één diskettestation uitgerust, maar de trend is zelfs om in het geheel geen diskettestations meer in te bouwen.
In de besturingssystemen DOS en Windows krijgen diskettestations en andere opslagmedia een driveletter toegewezen waarmee de schijf te benaderen is. Indien twee diskettestations aanwezig zijn, worden dit A en B. Indien er maar één diskettestation aanwezig is, worden zowel de letter A als B gebruikt voor hetzelfde station. Dit heeft een historische oorzaak. In het verleden, toen er nog geen harde schijven bestonden had men twee diskettestations nodig wanneer men gegevens wilde kopiëren. Hierdoor ontstond het gebruik om het B-station naar hetzelfde station te verwijzen. Op het moment dat er een leesopdracht kwam voor B terwijl A actief was, of andersom, vroeg het besturingssysteem om de diskette te verwisselen. Hierdoor werd het mogelijk om met één schijfstation zonder harde schijf toch gegevens te kopiëren van de ene diskette naar de andere.
In UNIX-achtige systemen worden diskettes veelal gemount op /media/floppy, /mnt/floppy/ of /floppy. De keuze ligt bij die systemen echter vrij.
[bewerk] Toekomst
Tegenwoordig gebruiken steeds meer mensen een geheugenstaafje met flashgeheugen dat men via een USB-poort kan aansluiten. Deze hebben een lage toegangstijd en een hoge opslagcapaciteit, zeker in vergelijking met een diskette. Ook de cd-rw en cd-r worden gebruikt ter vervanging van een diskette aangezien bijna alle computers deze kunnen lezen en vele deze kunnen beschrijven.
Alhoewel de diskette reeds lang over zijn hoogtepunt is blijft ze nog steeds in gebruik. Een diskette heeft zijn nut om een computer op te starten die niet uitgerust is om op een andere wijze software te laden. Voornamelijk met oudere hardware is een diskette nog steeds de meest aangewezen wijze om software te laden. Het is zo ook mogelijk een oude computer zonder harde schijf of cd-romspeler nog een functie te geven met alle software op diskette.
Ondanks de lage opslagcapaciteit naar de tegenwoordige normen blijft een diskette meestal voldoende voor het uitwisselen van tekstbestanden en dergelijke voor veel gebruikers. Door de bijna universele aanwezigheid van diskettestations in het tegenwoordige computerpark en de lage kostprijs van een diskette, alsook het feit dat toegang tot een USB-poort of cd-schrijvers bij publieke computers of op kantoor vaak niet mogelijk is, lijkt de diskette een lange herfst tegemoet te gaan.
Nieuwe computers worden steeds vaker zonder diskettestation geleverd.
Digitale opslagmedia | |
Blu-ray Disc | Cache | Cavendish-cel | Cd-rom | Digital Video | DAS | Diskette | DVD | EEPROM | EPROM | Flashgeheugen | Harde schijf | HD DVD | HVD | Magneetband | Minidisc | MRAM | NAS | PCRAM | Ponskaart | PROM | RAID | RAM | Registergeheugen | ROM | SAN | USB-sleutel | Zipdisk |