Elio Di Rupo
Elio Di Rupo (Morlanwelz, 18 juli 1951) is een Waals politicus van de Parti Socialiste, staatsman en vrijmetselaar.
Sinds 1999 is hij de voorzitter van de PS, als opvolger van Philippe Busquin, en sinds oktober 2005 is hij minister-president van het Waalse gewest.
Inhoud |
[bewerk] Opleiding en eerste politieke stappen
Di Rupo komt voor het eerst in contact met de socialistische beweging tijdens zijn studies in Bergen, waar hij eerst een licentiaatsdiploma en vervolgens een doctoraat in de Wetenschappen behaalt. Hij trekt daarna naar de universiteit van Leeds (Verenigd Koninkrijk), waar hij werkt van 1977 tot 1978.
Zijn eerste politiek mandaat komt er in 1982, wanneer hij gemeenteraadslid van Bergen wordt (tot 1985, opnieuw van 1988 tot 2000). In 1986 wordt hij in die stad schepen voor Gezondheid, Stadsvernieuwing en Sociale zaken. Op professioneel vlak is Di Rupo intussen kabinetsmedewerker en vervolgens adjunct-kabinetchef van toenmalig minister van het Waals Gewest van Begroting en Energie Philippe Busquin (1981-1985) en hoofdinspecteur bij de energie-inspectie van het ministerie van het Waals Gewest.
[bewerk] Politieke doorbraak
In 1987 komt zijn nationale politieke doorbraak. Hij wordt verkozen als lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, om twee jaar later over te stappen naar het Europees Parlement.
In 1991 wordt Di Rupo tot senator verkozen, maar kort daarna (1992) neemt hij in de regering van de Franse Gemeenschap zijn eerste ministerfunctie op met Onderwijs en later ook Media onder zijn bevoegdheid. Na het ontslag van Guy Coëme, die in het Agustaschandaal is genoemd, stapt Di Rupo in 1994 over naar de federale regering als vice-premier en minister van Verkeer en Overheidsbedrijven. Na de verkiezingen van 1995 blijft hij vice-premier en wordt minister van Economie en Telecommunicatie.
Na de federale en regionale verkiezingen van juni 1999, waarbij mede door de dioxinecrisis de christen-democraten zware verliezen lijden, voert Di Rupo mee de onderhandelingen met de Vlaamse socialisten van de sp.a, de liberalen en de groenen voor de vorming van een "paarsgroene" coalitie. Zelf neemt hij de functie van minister-president van het Waals Gewest op, maar reeds in oktober van dat jaar verkiezen de partijleden hem tot voorzitter en in april 2000 wordt hij als minister-president opgevolgd door Jean-Claude Van Cauwenberghe.
Als pas verkozen partijvoorzitter is Di Rupo genoodzaakt bij de PS een generatiewissel door te voeren en een nieuwe koers te zoeken. Bij de federale en regionale verkiezingen van 1995 en 1999 heeft de PS zware klappen gekregen, onder meer door de corruptieschandalen van de jaren '90 (met name Agusta en UNIOP) waarbij vooraanstaande PS-politici betrokken zijn. De PS is sinds 1988 onafgebroken aan de macht (zowel regionaal als federaal), maar de liberale PRL (nu MR) is bij de verkiezingen in 1999 ongeveer even groot geworden. Daarnaast is Ecolo tot een belangrijke politieke formatie uitgegroeid. Di Rupo beseft dat drastische actie nodig is om de positie van de PS te herstellen. Onder meer met zijn "Contrat d'avenir pour la Wallonie" en een nieuwe generatie partijkopstukken waaronder Marie Arena probeert hij de linkse krachten in Wallonië rond zich te verenigen. Met succes, want in de federale verkiezingen van 2003 bereikt de PS opnieuw het electorale niveau van 1991 en laat ze de MR ver achter zich. Bij de regionale verkiezingen van 2004 wordt ze bovendien ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opnieuw de grootste partij.
Di Rupo wisselt na 2004 de liberale coalitiepartner in voor de christen-democraten, zowel in het het Waals Gewest, de Franse Gemeenschap als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (in Brussel uitgebreid met Ecolo). Daardoor ontstonden coalities die afwijken van de zittende federale coalitie.
In oktober 2005 werd Di Rupo opnieuw minister-president van de Waalse regering, nadat Jean-Claude Van Cauwenberghe ontslag nam onder druk van beschuldigingen in een zaak van belangenvermenging. De combinatie van een ministerambt met het partijvoorzitterschap is in de Belgische politiek hoogst ongebruikelijk en een bijzondere machtsconcentratie, aangezien partijvoorzitters in de praktijk een invloedrijke rol spelen op zowel het regionale als het federale politieke niveau. Bij zijn aantreden beklemtoonde Di Rupo werk te zullen maken van het wegwerken van politieke normvervaging en corruptie, die de partij opnieuw teistert.
Omdat een combinatie van het burgemeesterschap met een ministerfunctie wettelijk verboden is, heeft Di Rupo zich laten vervangen als burgemeester van de stad Bergen (waar hij in 2000 was aangetreden). Voorts heeft hij ook ontslag genomen uit de raad van bestuur van Dexia en Ethias. De tantièmes en het presentiegeld voor de bestuurdersmandaten bij Dexia werden rechtstreeks aan de stichting van openbaar nut “Frans Aubry” gestort.
[bewerk] Eretitel
In 2002 kreeg Di Rupo de eretitel Minister van Staat.