Faiaken
De Faiaken, of ook wel gespeld als Phaeaken (in het Grieks Faiakes) zijn in Homerus' Odyssee het volk van koning Alcinoüs op het eiland Scheria, waar Odysseus als schipbreukeling belandde en door de koningsdochter Nausicaä werd gevonden en geholpen.
Zij worden getypeerd als een zorgenloos, opgewekt en gastvrij volk van zeevaarders dat eenieder die er belandt, gul onthaalt en thuisbrengt op gedachtenlezende schepen die zonder stuurman of roer hun weg vinden. Op die manier keerde een slapende Odysseus terug op Ithaca, waar hij ontwaakte naast de geschenken die de Faiaken bij hem hadden achtergelaten.
Al menen sommigen het eiland Scheria te kunnen identificeren met het Griekse eiland Korfu, toch doet men er beter aan de Faiaken en hun eiland te beschouwen als een louter zeemansverzinsel, zoals er wel meer voorkomen in de Odyssee.