Frederik Willem van Brandenburg
1620-1688 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Keurvorst van Brandenburg | ||||||
|
||||||
|
Frederik Willem (Cölln 16 februari 1620 – Potsdam 9 mei 1688), bijgenaamd de Grote Keurvorst, was van 1640 tot 1688 keurvorst van Brandenburg-Pruisen.
[bewerk] Leven
Hij was de zoon van keurvorst George Willem en Elisabeth Charlotte van de Palts, dochter van Frederik IV van de Palts. Hij studeerde tussen 1634-1637 aan de Universiteit van Leiden, vanwege de verwoestingen door Wallenstein. Rond zijn troonsbestijging werd Brandenburg ernstig geteisterd door de Dertigjarige Oorlog (1618–1648). Als reactie hierop voerde hij naar Nederlands voorbeeld hervormingen door: hij centraliseerde het bestuur, hervormde de economie, beperkte de macht van adel en steden en bouwde een efficiënt leger op. Bij de Vrede van Münster (1648) verkreeg hij Achter-Pommeren, Kammin, Minden, Halberstadt en de voogdij over Magdeburg.
Frederik Willem stond in de eerste Noordse Oorlog (1655–1660) aanvankelijk aan de zijde van Zweden, maar liep over naar de Pools-keizerlijke partij. De Amsterdamse burgemeester Joan Huydecoper van Maarsseveen ging in 1655 met een delegatie op bezoek om als peetvader op te treden en een bondgenootschap te regelen. In de Vrede van Oliva (1660) werd het hertogdom Pruisen geheel onafhankelijk van Polen. In 1666 verkreeg hij Gulik en het hertogdom Kleef en spiegelde zich aan de kunstzinnige Johan Maurits van Nassau-Siegen, die hij daar als stadhouder had benoemd (en waarmee hij een intieme band onderhield). Jan Lievens kwam voor twee jaar naar Oranienburg om in het slot decoraties aan te brengen. In 1671 nodigde hij vijftig rijke uit Wenen verdreven joden uit om naar Brandenburg te komen en verleende hen handelsvoordelen. Hij kocht dertien schilderijen van de Amsterdamse kunsthandelaar Gerrit van Uylenburgh, maar trok de echtheid van de schilderijen in twijfel en stuurde de schilderijen weer terug. In de Hollandse Oorlog (1672) steunde hij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tegen Lodewijk XIV. Keizer Leopold I, Spanje en Denemarken sloten zich bij hem aan. Pruisen werd een belangrijke speler in het politieke spel, toen hij in 1675 de Zweden, gesteund door Frankrijk versloeg. Bij de Vrede van Nijmegen moest hij de veroverde gebieden weer aan Zweden afstaan. In 1682 startte hij de Brandenburgse Afrikaanse Compagnie. In 1685 werden 15.000 Franse Hugenoten naar Pruisen uitgenodigd. Dat was een veel belangrijker impuls voor de economie.
[bewerk] Huwelijken en kinderen
Frederik Willem huwde in 1646 Louise Henriëtte van Nassau (1627-1667), dochter van Frederik Hendrik van Oranje. Na een aantal miskramen werden uit dit huwelijk zes kinderen geboren, onder wie zijn opvolger Frederik III (1657-1713), en verder Lodewijk (1666-1687), die huwde met Louisa Charlotte Radziwill (1667-1695). Hij hertrouwde in 1668 met Dorothea van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg (1636-1689), de weduwe van hertog Christiaan Lodewijk van Brunswijk-Lüneburg. Uit dit huwelijk werden zeven kinderen geboren, onder wie Filips Willem (1669-1711), markgraaf van Brandenburg-Schwedt, en verder:
- Maria Amalia (1670-1739), gehuwd met prins Karel van Mecklenburg-Güstrow (-1688) en met Maurits Willem van Saksen-Zeitz (1654-1718)
- Albrecht (1672-1731), markgraaf van Brandenburg-Schwedt, gehuwd met prinses Maria Dorothea (1684-1743), dochter van hertog Frederik II Casimir Kettler van Koerland
- Karel (1673-1695), gehuwd met Catharina van Balbiano (-1719)
- Elisabeth Sophia (1694-), gehuwd met Christiaan Ernst van Brandenburg-Bayreuth (1644-1712) en met Ernst Lodewijk II van Saksen-Meiningen (1672-1724)
- Lodewijk Christiaan (1677-1734).
[bewerk] Bron
Tussenbroek, G. van (2005) Grachten in Berlijn. Hollandse bouwers in de Gouden Eeuw.