Generieke naam
De generieke naam van een stof (geneesmiddel) is in de farmacologie een naam waarmee een specifieke stof wordt aangeduid, zonder dat dit een merk is.
De naam wordt zo gekozen dat verwisselingen met andere middelen onwaarschijnlijk zijn, en dat hij makkelijk te onthouden is (althans voor farmaceutisch geschoolden), en in de meeste gevallen is hij een stuk hanteerbaarder dan de officiële chemische naam.
De officiele (IUPAC) chemische naam van paracetamol is b.v. N-(4-hydroxyphenyl)-acetamide.
Vaak wordt een groep verwante middelen gekenmerkt door een identieke naamsuitgang, bijvoorbeeld:
- -azepam voor benzodiazepinen: temazepam, oxazepam, nitrazepam, flurazepam, diazepam
- -olol voor betablokkers: metoprolol, propranolol
- -triptan voor een bepaalde groep migrainemiddelen
- -mab voor middelen die uit monoklonale antistoffen (Monoclonal AntiBodies) bestaan.
- -coxib voor een bepaalde klasse pijnstillers, de COX-II remmers
- -statine voor cholesterolverlagers: simvastatine
- -pril voor ACE-remmers: lisinopril
- -oxetine voor bepaalde antidepressiva: fluoxetine
Dit is echter geen harde regel.
De generieke naam is meestal internationaal geldig en onafhankelijk van het merk, hoewel daar wel enige uitzonderingen op zijn: zo heet b.v. furosemide in het engels frusemide.
Generieke namen worden internationaal voorgesteld door de WHO en dan meestal nationaal overgenomen dor de afzonderlijke landen. De ontdekker van een stof mag een suggestie voor een naam doen, die vaak door de WHO wordt overgenomen. Hierbij wordt gelet op het al dan niet beschermd zijn van (delen van) een naam, potentiele verwisselbaarheid met andere middelen, etc.