Genetische code
De genetische code is een tabel die aangeeft hoe tripletten van aangrenzende nucleotidenbasen (codons) worden vertaald naar aminozuren bij de biosynthese van eiwitten. Er zijn 64 (43) verschillende codons, die coderen voor 20 verschillende aminozuren; voor veel van de aminozuren zijn dus meerdere verschillende codons.
De DNA-basen van een gen worden eerst vertaald naar een molecuul messenger-RNA (mRNA) (transcriptie). Bepaalde delen van het mRNA, de introns, worden daarna weggeknipt, en daarna worden aminozuren aan elkaar vastgekoppeld bij de translatie in het ribosoom. Sommige codons hebben geen aminozuurequivalent; wordt zo'n codon gelezen dan eindigt de translatie. Ze worden daarom stopcodons genoemd.
Vrijwel alle levende wezens gebruiken dezelfde genetische code. De volgende tabel geeft de standaardversie. (U staat voor Uracil in het RNA; in het DNA zou hiervoor een T van Thymine staan).
2e base | |||||
---|---|---|---|---|---|
U | C | A | G | ||
1e base | U |
UUU Fenylalanine |
UGU Cysteïne |
||
C | |||||
A |
AUU Isoleucine |
AAU Asparagine |
|||
G |
GAU Asparaginezuur |
- 1Het AUG codon codeert voor methionine en dient tevens als startpunt; de eerste AUG in een mRNA is de plaats waar de translatie begint.
Ala | GCU, GCC, GCA, GCG | Leu | UUA, UUG, CUU, CUC, CUA,
CUG |
---|---|---|---|
Arg | CGU, CGC, CGA, CGG, AGA,
AGG |
Lys | AAA, AAG |
Asn | AAU, AAC | Met | AUG |
Asp | GAU, GAC | Phe | UUU, UUC |
Cys | UGU, UGC | Pro | CCU, CCC, CCA, CCG |
Gln | CAA, CAG | Ser | UCU, UCC, UCA, UCG, AGU,
AGC |
Glu | GAA, GAG | Thr | ACU, ACC, ACA, ACG |
Gly | GGU, GGC, GGA, GGG | Trp | UGG |
His | CAU, CAC | Tyr | UAU, UAC |
Ile | AUU, AUC, AUA | Val | GUU, GUC, GUA, GUG |
START | AUG, GUG | STOP | UAG, UGA, UAA |