Gereformeerde Gemeenten
Gereformeerde Gemeenten | |
Indeling | |
Hoofdstroming | Protestantisme |
Richting | Gereformeerd calvinisme |
Voortgekomen uit | Samenvoeging van Geref. Kerken o/h Kruis en Ledeboerianen in 1907 |
Afsplitsingen | 1953: Ger. Gem. in Ned. |
Aard | |
Locatie | 156 gemeentes in Nederland en Noord-Amerika (31-12-2005) |
Aantal leden | 103.272 leden, 53 predikanten (31-12-2004) |
Karakter | bevindelijk gereformeerd |
De Gereformeerde Gemeenten (GG), officieel de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord-Amerika geheten, zijn een kerkgenootschap met ruim 100.000 leden. In Nederland is het in omvang het derde kerkgenootschap (na PKN en Gereformeerde Kerken vrijgemaakt) in de gereformeerde gezindte. Het ledental neemt toe met zo'n 500 personen per jaar.
De leden van deze kerk worden in de literatuur ingedeeld bij de bevindelijk gereformeerden.
De voorlopers van de Gereformeerde Gemeenten waren de Gereformeerde Kerken onder het Kruis, ontstaan uit de Afscheiding van 1834, voorzover deze niet mee waren gegaan in de vereniging met andere Afgescheidenen tot de Christelijke Gereformeerde Kerken in 1869. Deze "kruisgezinden" hadden een sterk bevindelijk karakter. Daarnaast waren er in de 19e eeuw ook volgelingen van ds. L.G.C. Ledeboer. Zij worden de "Ledeboerianen" of Ledeboeriaanse gemeenten genoemd. In 1907 werden deze "kruisgezinden" en "ledeboerianen" onder leiding van Ds. G.H. Kersten, die ook oprichter was van de SGP, verenigd tot de Gereformeerde Gemeenten (GG). Uit de kruisgezinde en ledeboeriaanse gemeenten die niet meegingen in deze vereniging van ontstonden later de Oud-Gereformeerde Gemeenten (OGG).
In 1953 ontstond er een scheuring in de Gereformeerde Gemeenten over het zogenaamde "aanbod van genade". Dit betreft de vraag of een predikant de genade van Christus mag aanbieden aan alle luisteraars, of alleen aan degenen die aan bepaalde kenmerken voldoen, zoals een gevoel van zonde en onwaardigheid. Onder leiding van dr. C. Steenblok ontstond de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN), die het laatstgenoemde standpunt inneemt. De GGiN is een kleiner, orthodox-gereformeerd kerkgenootschap met circa 20.000 leden en doopleden. Binnen de Gereformeerde Gemeenten spreekt men ook wel over "de Uitgetredenen". Binnen de Gereformeerde Gemeenten in Nederland spreekt men wederkerig over "de Synodalen".
De Gereformeerde Gemeenten zijn traditioneel ingesteld. Vele leden van de Gereformeerde Gemeenten stemmen SGP en zijn maatschappelijk actief op allerlei terrein. De Gereformeerde Gemeenten houden vast aan het absolute gezag van de Bijbel op alle terreinen van het leven. Ook heeft men de gereformeerde belijdenis. Deze is vastgelegd in de zogenoemde Formulieren van Enigheid uit de zestiende en zeventiende eeuw. Op de generale synode van 1931 zijn daarnaast een viertal officiële leeruitspraken gedaan over het verbond der genade en de plaats die de uitverkiezing hierbij inneemt. Het verbond der genade staat volgens deze uitspraken onder de beheersing van de uitverkiezing ter zaligheid; het wezen van het verbond geldt alléén de uitverkorenen; aard en wezen van het verbond der verlossing en het verbond der genade zijn één; God heeft het genadeverbond opgericht met Christus als het Hoofd van al de Zijnen.
De Gereformeerde Gemeenten oriënteren zich sterk op de theologie uit de tijd van de Nadere Reformatie. In leer en prediking worden de volgende zaken benadrukt:
- het gezag van de Bijbel: de Bijbel is van kaft tot kaft Gods onfeilbare woord;
- de onbekwaamheid van de mens om tot Gods eer te leven;
- daaruit voortvloeiend de noodzaak van wedergeboorte en bekering en persoonlijk geloof in Christus;
- de weg waarin de Heilige Geest deze zaken werkt, en hoe de gelovige dit persoonlijk beleeft (ook wel bevinding genoemd);
- het leven in Christus: de christen ervaart zichzelf steeds meer als nietig en onwaardig, en ziet vandaaruit steeds meer heerlijkheid in God en Christus.
In de eredienst worden uitsluitend de Statenvertaling van de Bijbel en de psalmen in de 'oude berijming' van 1773 gebruikt. Er zijn nog enkele gemeenten waar de Psalmen van Datheen gezongen worden.
Wie de opleiding tot predikant wil volgen, moet zich melden bij het curatorium, dat één keer per jaar vergadert. Alleen mannelijke leden kunnen zich daar aanmelden en deze moeten doorverwezen zijn door de kerkenraad van de gemeente waar ze lid zijn. Het curatorium vraagt naar genadestaat en roeping tot het ambt. Als het curatorium positief beslist, wordt de kandidaat toegelaten tot het volgen van de lessen aan de Theologische School, welke reeds vele jaren aan de Boezemsingel te Rotterdam is gevestigd. Deze vierjarige opleiding wordt door de kerk bekostigd en predikanten uit de Gereformeerde Gemeenten geven er les. De toelating wordt geregeld bekritiseerd, omdat de toelatingscriteria te ondoorzichtig, te persoonlijk en niet op de Bijbel gebaseerd zouden zijn. Het komt zeer regelmatig voor dat leden door de plaatselijke kerkenraad worden doorgestuurd, terwijl deze vervolgens door het curatorium alsnog worden afgewezen. Daarnaast zijn leden van het curatorium voor het leven verkozen, worden nieuwe leden gekozen door de huidige, en is tegen de beslissing van het curatorium geen beroep mogelijk bij de classicale of landelijke synode.
Er is een zendingsorganisatie, de Zending der Gereformeerde Gemeenten (ZGG), een Jeugdbond, de Jeugdbond der Gereformeerde Gemeenten (JBGG) en daarnaast nog vele georganiseerde bonden. Het officieel orgaan van de Gereformeerde Gemeenten is het kerkelijk weekblad "De Saambinder". Hoofdredacteur is ds. A. Moerkerken.