Global dimming
Global dimming is een effect waarbij de intensiteit van het op de aarde vallende zonlicht wordt verminderd door stoffen in de atmosfeer, die het licht ofwel absorberen, of ook vermeerderd terugkaatsen waardoor de albedo van de aarde wordt verhoogd. Volgens sommige onderzoekers is de intensiteit van het zonlicht door dit effect in verschillende grote gebieden op aarde de laatste decennia met 10 tot 20% afgenomen. Sinds 1990 is de trend echter omgekeerd en neemt de hoeveelheid zonlicht op Aarde weer toe.
Het effect lijkt vooral te worden veroorzaakt door fijne stofdeeltjes die als condensatiekerntjes fungeren, waardoor hierdoor ontstaande wolken uit kleinere druppeltjes bestaan en hierdoor minder snel uitregenen en meer licht terugkaatsen dan meer natuurlijke wolken; ook spelen de condensatiestrepen (contrails) van uitlaatgassen van vliegtuigen hoog in de atmosfeer waarschijnlijk een rol.
Dit vrij recent ontdekte verschijnsel kan mogelijk een vrij grote en tot op heden onderschatte invloed op ons klimaat hebben, dat de mondiale opwarming tegengaat. Als de mensheid dit effect tegengaat door de uitstoot van fijne deeltjes uit allerlei fabrieken en motoren te verminderen (wat vrij eenvoudig is) zou het broeikaseffect van andere vervuilingstypen wel eens ernstiger kunnen blijken te zijn dan tot nu toe werd gedacht. Er zijn klimatologen die vermoeden dat de ongewoon warme zomers van het laatste decennium vooral een gevolg zijn van het verbeteren van de luchtkwaliteit wat betreft stof, gecombineerd met de toegenomen temperatuur door het broeikaseffect van de gasuitstoot.
Inhoud |
[bewerk] Wat is global dimming?
In 1985 deed de aardrijkskundige onderzoeker Atsumu Ohmura aan het Swiss federal institute of Technology een vreemde ontdekking. In vergelijking met metingen van zijn voorgangers in 1960 was de hoeveelheid zonlicht met 10 % afgenomen. Dit was merkwaardig, omdat dit niet paste bij bestaande metingen van een stijgende temperatuur, en een stijging van 10 % in 30 jaar erg veel was. Het effect bleek telkens toch te bestaan.
Global dimming is het afnemen van de hoeveelheid zonlicht die de aarde bereikt in een jaar. De hoeveelheid zonlicht neemt volgens metingen sinds 1950 met gemiddeld rond de 3 procent per decennium af. Lokaal kan de afname groter zijn. Ook neemt in enkele gebieden de verdamping af. Dit houdt waarschijnlijk verband met het afnemen van de hoeveelheid zonlicht.
De afname van zonlicht is met het blote oog niet te zien, maar heeft gevolgen voor global warming, zonne-energie en zelfs toekomstig plantenleven. Het effect is echter vreemd genoeg nog vrijwel onbekend onder wetenschappers en komt zelfs niet voor in de rapporten van het IPCC (Intergovermental Panel on Climate Change).
Na veel controverse werd ook door Stanhill en zijn collega Shabti Cohen aan het Volcani Center in Bet Dagan, Israël, bewezen dat de hoeveelheid zonlicht met 0,23 tot 0,32% per jaar afnam.
[bewerk] Waardoor wordt het veroorzaakt?
Mogelijke oorzaken zijn toenemende bewolking en een toename van het aantal aerosole stoffen. Hierdoor wordt zonlicht gereflecteerd en geabsorbeerd. Aërosolen kunnen ook de eigenschappen van wolken beïnvloeden, omdat een hoge concentratie hiervan de wolken witter maakt. Hierdoor blijven de wolken ook langer bestaan, omdat het neerslagproces door de kleinere druppeltgrootte later op gang komt waardoor de bedekkingsgraad van de bewolking toeneemt. Over de grootte van het effect hiervan is weinig bekend. Deeltjes zoals roet en woestijnzand kunnen het zonlicht absorberen. In sommige gebieden kan roet het vormen van wolken beperken en wolken oplossen door lokale verwarming. Dit versterkt de opwarming, maar gaat global dimming weer tegen. Gedurende de 20e eeuw is op het noordelijk halfrond een toename van de bewolkingsgraad van 2 % waargenomen. Dit is te weinig om de gemeten global dimming te verklaren, maar draagt hier wel aan bij. De aerosolconcentratie neemt voor bijvoorbeeld sulfaataerosolen af, maar neemt voor roet toe. De hoeveelheid woestijnzand wisselt. Volgens gemeten trends wordt global dimming vooral veroorzaakt door aerosolen. Ook contrails (zie: condensspoor), veroorzaakt door vliegtuigen, hebben waarschijnlijk een belangrijk aandeel.
Jaarsommen van zonne-energie berekend uit stralingsmetingen op vijf Nederlandse stations in de periode 1958 tot 2003 (bron: Stammes, KNMI). De hoeveelheid zonlicht in Nederland lijkt iets toe te nemen, maar statistisch significante effecten zijn moeilijk detecteerbaar vanwege de grote natuurlijke jaarlijkse fluctuaties van 10 tot 20%.
[bewerk] Wat zijn de gevolgen voor global warming?
Het netto effect is moeilijk te bepalen, omdat sommige factoren temperatuurverhogend zijn en andere temperatuurverlagend. De voorspelbaarheid wordt verder beperkt omdat alleen gegevens van boven land bekend zijn, terwijl 70 % van de aarde uit water bestaat. Wat de invloed van de mens op het stofgehalte betreft, is er sprake van een netto afkoelend effect.
[bewerk] Wat kan eraan gedaan worden?
Dit is moeilijk te zeggen, omdat niet bekend is wat de stofsamenstelling van de atmosfeer in de toekomst zal zijn. Ook is niet bekend of en welke verandering in bedekkingsgraad en samenstelling van wolken er zal optreden bij global warming en welke effecten dit op global dimming heeft.
[bewerk] Externe links
- BBC - Science & Nature - Horizon - transcriptie
- KNMI over global dimming