Infralapsarisme
Infralapsarisme (Latijns infra = na, lapsus = zondeval) is een variant van de leer van de predestinatie, die handelt over het besluit tot verkiezing en verwerping. De kwestie die dit met zich meebrengt is de relatie tussen de eeuwige besluiten van God en de wil van de mens: hoe kan het ene worden bevestigd zonder het andere te ontkennen? Als het één beredeneert voor Gods voorbeschikking over het lot van de mensheid, dan wijst dit naar een ontkenning van de vrije wil van de mensheid en een vrijwaring om God verantwoordelijk te houden voor de zonde.
Aan de andere kant, als het één redeneert voor de vrijheid van de wil van de mensheid, dus de mens verantwoordelijk houden voor de zonde, kan dit een bedreiging vormen voor de soevereiniteit en almacht van God, omdat zijn besluiten dan afhankelijk zijn van de beslissingen van de mensheid.
Dit dilemma is niet nieuw; Pelagius en Augustinus discussieerden over dit onderwerp tijdens de synode van Orange in 529 n. Chr., die uiteindelijk partij koos voor Augustinus. In de Middeleeuwen waren het Johannes Duns Scotus en Willem van Ockham die Augustinus' standpunt in twijfel trokken. Maarten Luther en Erasmus bediscussieerden het onderwerp in ‘de vrijheid van de wil’ en de ‘slavernij van wil’. Melanchthon verwikkelde zich ook in de strijd waarin hij werd tegengestaan door Matthias Flacius rondom het thema synergie, en aan het eind van de zestiende eeuw kwam de controverse tot uiting tijdens de Dordtse synode (1618-1619).
De logische volgorde van de besluiten in het infralapsarisme zijn:
- Gods besluit ter verheerlijking van hemzelf door de schepping van het menselijke ras.
- Het besluit om de zondeval toe te staan;
- Het besluit om sommigen van de gevallenen te verkiezen tot heil en om anderen te verwerpen en te veroordelen voor hun zonden.
- Het besluit om in redding te voorzien voor de gekozenen door middel van Jezus Christus.