Jacob Harberts
Dit artikel zou samengevoegd moeten worden met Johan Christiaan Meijer, of er dient een duidelijker afbakening tussen beide artikelen te worden gemaakt (Overleg).
Jacob Harberts , Den Haag, 10 juli 1883 - Rotterdam, 6 oktober 1971 was een Nederlandse oorlogsmilitair, die in 1970 op negatieve wijze in het nieuws kwam, omdat hij op 12 mei 1940 de 22-jarige sergeant Chris Meijer wegens vermeende desertie liet executeren.
Jacob Harberts volgde de HBS te 's-Gravenhage en daarna de zgn. Cadettenschool in Alkmaar (1898-1900), de Koninlijke Militaire Academie te Breda (1900-1903) en de Hogere Krijgsschool te 's-Gravenhage in 1913 en 1918).
Tijdens de meidagen van 1940 was hij commandant van het IIe legerkorps in de functie van generaal-majoor. Hij stoorde zich aan - onbevestigde - berichten over massaal laf gedrag en desertie van Nederlandse militairen in de Grebbelinie. Toen er een vermeende deserteur - de 22-jarige sergeant Chris Meijer - berecht diende te worden deelde hij de krijgsraad mee een doodvonnis te verwachten. Hij wilde zo een "afschrikwekkend voorbeeld" stellen om de Nederlandse militairen tot harder vechten aan te zetten.
Inhoud |
[bewerk] Wat vooraf ging
In mei 1940 was sergeant Chris Meijer commandant van twee stukken pantserafweergeschut van de compagnie pantserafweergeschut van het 19e Regiment Infanterie. Na de Duitse inval op 10 mei 1940 had Meijer met zijn sectie stelling genomen in de stoplijn, de achterste verdedigingsstrook van de Grebbelinie. In de ochtend van 11 mei, bij het uitbreken van de Slag om de Grebbeberg, bevond Meijer zich bij het zuidelijkste stuk toen dat onder een storend Duits artillerievuur kwam te liggen. Hoewel dit storende vuur nauwelijks schade aanrichtte, werden Meijer en zijn manschappen erg onrustig.
Omdat de Duitsers op dat moment zelfs nog niet door de voorposten van de Grebbelinie gebroken waren, lieten zich op de positie van Meijer uiteraard nog geen pantserwagens zien. Hierdoor kon Meijer niets uitrichten met zijn pantserafweergeschut, waardoor bij hem het idee ontstond dat zijn inzet ter plaatse niet zinvol was. Nadat ook de verbindingen met zijn commandant waren uitgevallen, besloot hij daarop om omstreeks 11.00 uur zich met het stuk waar hij zich op dat moment bevond terug te trekken. Het andere stuk van zijn sectie liet hij, inclusief bemanning en zonder hen in te lichten, achter in hun stelling. In plaats van zich te melden bij de dichtstbijzijnde hogere eenheid besloot hij westwaarts te trekken met het vage idee om ergens in de Vesting Holland de strijd voort te kunnen zetten. Bij Loenen aan de Vecht werd hij aangehouden door de plaatselijke veldwachter die Meijer en zijn sectie overdroeg aan de militairen in de kazerne in Nieuwersluis.
[bewerk] De krijgsraad
Al op 12 mei werd hij voor een in der haast geformeerde krijgsraad te velde gebracht om berecht te worden. Van desertie in de zin van 'weglopen met het doel zich blijvend aan de dienst te onttrekken' was echter geen sprake. De sergeant kreeg echter geen jurist als verdediger, doch slechts 'een militair met rechtskennis', meldt Lou De Jong. De krijgsraad kwam - onder druk van Harberts - al na drie kwartier tot een oordeel: Meijer werd ter dood veroordeeld. De auditeur-militair, die begreep dat Harberts daarmee te ver was gegaan, wees de leden erop dat zij zich niet mochten laten beïnvloeden. Het vonnis werd echter uitgesproken en door generaal Harberts bekrachtigd.
[bewerk] De executie
De voorgeschreven executie-termijn van minimaal 48 uur na het uitspreken van het vonnis werd genegeerd. Dezelfde dag, zondags om drie uur 's middags, werd Meijer op de schietbaan bij Doorn door een vuurpeloton neergeknald. Meijer liet een tweetal brieven na: aan zijn ouders en aan zijn verloofde. Hierin suggereerde hij dat hij ernstig gewond was geraakt en spoedig zou sterven. Hij werd begraven in Dieren. De executie van de sergeant werd nooit bekend gemaakt. Van enig afschrikwekkend effect kon dus geen sprake zijn.
De executie was de eerste in Nederland sinds 1854. Toen werd in Amsterdam een Duitser, die een drievoudige moord had gepleegd, opgehangen.
[bewerk] Overspannen...
Generaal Harberts werd nauwelijks een dag na de executie volstrekt overspannen uit zijn functie gezet en naar huis gestuurd. Later hernam hij zijn functie weer.
[bewerk] De familie
De familie van Chris Meijer werd opzettelijk in het ongewisse gelaten omtrent de werkelijke toedracht rond zijn dood. Pas naar aanleiding van de publicaties rond 1970 vernam de moeder de ware toedracht. De vader was al in 1956 overleden.
[bewerk] 1948
Na de oorlog trok de affaire eerst in beperkte kring de aandacht. In 1948 erkende Harberts voor de 'Enquetecommissie Regeringsbeleid 1940-1945' zijn poging tot beïnvloeding. Hij sprak laatdunkend: 'Ik ben mij er volkomen van bewust dat geen enkele autoriteit het recht heeft een rechterlijke instantie te influenceren. Ik achtte het echter beslist noodzakelijk omdat ik mij realiseerde dat de officieren van onze vredesopleiding, opgevoed in de mentaliteit van - laat ik het populair noemen - 'het zachte eitje', er wel eens tegen op zouden kunnen zien, die militair ter dood te veroordelen'.
Ook in 1948, toen de 'zaak-Meijer' nog volstrekt onbekend was, werd de naam van Chris Meijer verwijderd van het oorlogsmonument waarmee de gemeente Rheden zijn slachtoffers van de Duitse inval eerde. Een brief van een anoniem gebleven 'oud-strijder' was daarvoor voldoende.
[bewerk] 1967
Jarenlang bleef de ware toedracht rondom de dood van Chris Meijer onbekend. Maar de zaak kreeg in 1967 alsnog ruchtbaarheid door twee artikelen in het Nederlands Juristenblad. Deze werden met verbijstering gelezen door J.F.A. Boer, journalist bij Het Parool. De journalist besloot de affaire tot op de bodem uit te zoeken. Hij interviewde honderden betrokkenen - familie, soldaten die onder de sergeant hadden gediend, juristen en andere deskundigen - en werkte stapels documenten door. Enkele maanden voor de publicatie in april 1970 stierf hij echter aan een hartaanval. Maar zijn dochter voltooide het werk aan de hand van zijn aantekeningen. Het zeer gedetailleerde en overtuigende boek, 'De zaak van sergeant Meijer', sloeg - inmiddels dertig jaar na dato - in als een bom.
[bewerk] 1970
In 1970, na de publicatie van een tweetal boeken - deel 3 van "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog" van Lou de Jong en "De zaak van sergeant Meijer" van J.F.A. Boer - kwam de ware toedracht voor een groot publiek aan het licht. Deze publicaties leidden tot veel beroering. Critici meenden dat Harberts nooit de impliciete opdracht aan de krijgsraad had mogen geven om tot een veroordeling te komen, de krijgsraad hoort immers onafhankelijk haar werk te kunnen doen. Ook is het de vraag of Meijer inderdaad wilde deserteren, zoals de aanklacht stelde. Meijer is tijdens zijn proces vaag gebleven over zijn motieven om met één stuk terug te trekken. Daarnaast had er tussen het vonnis en de executie minimaal 48 uur gewacht moeten worden. Dat is op bevel van Harberts niet gebeurd. Harberts wilde immers een "afschrikwekkend voorbeeld" stellen. Dat is totaal mislukt, want het bericht van de executie van Meijer heeft de Nederlandse troepen op de Grebbeberg nooit bereikt. Aan de andere kant wordt gesteld dat Meijer als beroepsmilitair had moeten weten dat zijn zonder overleg en zonder plan terugtrekken onjuist was en hij anders had moeten handelen. Ook had hij op zijn tocht meerdere malen de gelegenheid zich bij een andere eenheid te melden en beschikbaar te stellen (de commandopost van majoor Jacometti lag bijvoorbeeld slechts 400 meter achter hem). Dat deed de slechts 22-jarige militair echter niet.
[bewerk] 25 april 1970
Jaap van Meekren en Ria Bremer riepen op 25 april 1970 in AVRO's Televizier de toen 86-jarige Harberts ter verantwoording. Zijn woorden wekten in heel Nederland verbijstering. De inmiddels hoogbejaarde Harberts stelde nogmaals dat de houding van het Tweede Legerkorps 'over het algemeen laf' was geweest; 'er waren kerels op de vlucht, er werden witte vlaggen gehesen, er was een spreekkoor bij de Grift dat Wir wollen kapitulieren oefende'. Hij zou 'de zaak-Meijer' nu net zo aanpakken; het beïnvloeden van de krijgsraad gebeurde 'in het belang van het vaderland'. 's Avonds werd zijn huis belaagd door woedende oud-Grebbesoldaten. De volgende dag vluchtte (!) Harberts naar Engeland.
[bewerk] 4 mei 1970
De ontzetting vond een hoogtepunt op 4 mei 1970, toen duizenden voormalige Grebbestrijders voor de Dodenherdenking naar Dieren kwamen, waar bij het graf van sergeant Meijer een erewacht was opgesteld. 'Omdat verder strijden zinloos was, trok hij zijn mannen terug. Hen spaarde hij, doch zelf kreeg hij de kogel, God lieve hemel, van een landgenoot', verwoordde een kaartje aan een bloemstuk het algemeen gevoelen.
Het PvdA-tweede kamerlid Lens stelde kamervragen: 'Kan de Minister zijn opinie geven over de executie van sergeant Meijer op 12 mei 1940 en de procesgang die daaraan voorafging?' De ministers Den Toom van Defensie en Polak van Justitie gingen de voetangels en klemmen behoedzaam uit de weg en beperkten zich tot de poging tot beïnvloeding: 'Nadien hebben verschillende van de toenmalige functionarissen bij de Krijgsraad verklaard dat zij zich door de toespraak van de commanderend generaal niet beïnvloed achtten'. De overige omstandigheden bleven buiten beschouwing.
[bewerk] 1971
Jacob Harberts overleed op 88-jarige leeftijd.
[bewerk] 1997
De uitzending van "Andere Tijden" van de VPRO op 28 december 1997 leidde opnieuw tot kamervragen, ditmaal door Jan Marijnissen van de SP. De paarse minister van Defensie Joris Voorhoeve liet in 1998 in antwoord op deze kamervragen nog weten geen reden voor rehabilitatie te zien.
[bewerk] 2001
Op 12 mei 2001 - exact eenenzestig jaar na Harberts' dwaling - werd er op de begraafplaats in Dieren, waar zijn slachtoffer begraven ligt, dankzij particulier initiatief een gedenksteen geplaatst.