Jacob Roggeveen
Jacob Roggeveen (januari 1659- 31 januari 1729) was een Nederlandse ontdekkingsreiziger die werd uitgezonden het Zuidland te vinden, maar toevallig Paaseiland ontdekte.
Zijn vader, Arent Roggeveen, was een wiskundige met veel kennis van ook sterrenkunde, aardrijkskunde en de theorie van de zeevaart. Hij hield zich bezig met onderzoek naar het Zuidland, en kreeg zelfs een octrooi voor een ontdekkingstocht, maar het was zijn zoon die op 62-jarige leeftijd uiteindelijk drie schepen uitrustte en de reis maakte.
Voordat hij aan zijn expeditie begon had hij al een veelbewogen leven. Hij werd notaris van Middelburg op 30 maart 1683. Op 12 augustus 1690 promoveerde hij tot doctor in de rechten aan de Universiteit van Harderwijk, en werkte tussen 1707 en 1714 als Raadsheer van Justitie te Batavia.
In 1715 kwam hij weer terug naar Middelburg. Hier raakte hij in opspraak doordat hij de vrijzinnige predikant Pontiaan van Hattem ondersteunde door het uitbrengen van diens pamflet De val van 's werelds afgod. Het eerste deel verscheen in 1718 in Middelburg, en werd vervolgens in beslag genomen door het stadsbestuur en in het openbaar verbrand. Roggeveen moest hierna Middelburg, en later ook Vlissingen, verlaten. Hierna vestigde hij zich in Arnemuiden, en bracht deel 2 en 3 uit van de serie, waardoor hij opnieuw controversie creëerde.
In augustus 1721 vertrok hij op zijn expeditie, in dienst van de West-Indische Compagnie, om het Zuidland te zoeken. Hij voer rond Kaap Hoorn de Grote Oceaan op. Hij bezocht de Juan Fernandez eilanden en op 5 april 1722 (paaszondag) ontdekte hij Paaseiland. Via de Tuamotu-Archipel, de Genootschapseilanden en Samoa voer hij naar Batavia (het huidige Jakarta). Daar werd hij gevangen genomen omdat hij het monopolie van de VOC zou hebben doorbroken, maar de VOC werd later gedwongen hem vrij te laten, zijn schade te vergoeden en zijn bemanning hun gage te betalen. In 1723 kwam Roggeveen in Nederland terug.
Na zijn terugkeer publiceerde Roggeveen deel 4 van 's Werelds afgod.