James Hutton
James Hutton (3 juni 1726 - 26 maart 1797) wordt beschouwd als de eerste modern-wetenschappelijke geoloog. Hij was de bedenker van twee concepten, plutonisme en uniformitarianisme, waarmee hij tegen de in zijn tijd geldende theorie van het catastrofisme (het idee dat gesteenten waren ontstaan tijdens de Zondvloed) in ging.
[bewerk] Biografie
In 1785 presenteerde hij een artikel met de titel Theory of the Earth aan de Royal Society te Edinburgh. In dit artikel beschreef hij zijn theorie dat de Aarde veel ouder moet zijn dan tot dan toe was aangenomen, om genoeg tijd toe te staan om de bergen te eroderen, en om sediment op te bouwen op de bodem van de oceanen zodat nieuwe landmassa's werden gevormd.
De navolgers van Hutton stonden wel bekend als plutonisten omdat zij dachten dat veel gesteenten werden gevormd door vulkanisme, het deponeren van lava door vulkanen, in tegenstelling tot de neptunisten, die vermoedden dat alle gesteenten neergeslagen waren vanuit een grote oceaan waarvan het zeeniveau geleidelijk daalde.
In 1795 was Hutton de eerste die de mogelijkheid opperde dat ijskappen een deel van Noord-Europa hebben bedekt, maar zijn ideeën kregen destijds weinig aandacht. Ook trok hij als één van de eersten de conclusie dat sommige gesteenten uit de diepere delen van de Aarde afkomstig moesten zijn. Hij nam aan dat deze gesteenten eerst gesmolten waren geweest en daarna gestold, en leidde daaruit af dat de diepere delen van de Aarde extreem warm moesten zijn. Verder was hij de eerste die veronderstelde dat gebergten geleidelijk afgebroken werden en vervielen tot afzettingsgesteente of sediment.
James Hutton is de grondlegger van het uniformitarianisme, met de stellingen;
- Fysisch-chemische natuurwetten zijn tijdloos
- Geologische processen verliepen daarom vroeger kwalitatief niet anders dan nu
- Binnen eenzelfde gegeven kader waren, zijn en worden deze geologische krachten dus ook kwantitief eender
Hutton schiep hiermee een uitgangspunt voor de toen nog jonge aardwetenschappen.