Johannes VII Paleologus (ca. 1370 – Thessaloniki 22 september 1408), Byzantijns keizer in 1390, uit het Huis der Paleologen, was de kleinzoon van Johannes V en de zoon van Andronicus IV. In 1373 werd hij bij de strijd om de troon van Johannes V door zijn grootvader blind gemaakt, maar, met zijn vader, wiens medekeizer hij was, werd hij in de usurpatie van 1376–1379 in 1379 als troonopvolger erkend.
In 1390 veroverde hij, met de hulp van de Turkse sultan Bajezid I, de troon, maar verloor hem nog in hetzelfde jaar tegen zijn oom Manuel II, die Johannes V en zichzelf, als vazal van de sultan, aan de macht bracht. Met Manuel verzoend, nam hij het regentschap waar tijdens diens reis naar West-Europa (1399–1403) en fungeerde hij daarop als deelkeizer in het gebied van Saloniki (1404–1408). Mogelijk is deze verwijdering te wijten aan het feit dat Johannes zijn zoon als Andronicus V tot medekeizer en troonopvolger had laten kronen.