Kanaal Leuven-Dijle
Kanaal Leuven-Dijle | |
---|---|
Lengte | 30 km km |
Scheepsklasse | II |
Jaar ingebruikname: | 1750 |
Van | Leuven |
Naar | Beneden-Dijle |
Stroomt door | Vlaams-Brabant en Antwerpen |
Kampenhout-Sas op het kanaal Leuven-Dijle
|
Het kanaal Leuven-Dijle of de Leuvense vaart is een Belgisch kanaal tussen het Zennegat in Mechelen en Leuven waar het eindigt in de kanaalkom. Het is het tweede kanaal dat in de provincie Vlaams-Brabant werd gegraven en daarmee één van de oudste kanalen in België. In 1994, na de overname door de NV zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, veranderde de oorspronkelijke naam Leuvense vaart in de huidige naam kanaal Leuven-Dijle.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Het kanaal van Leuven naar de Dijle is een van de oudste kanalen van België. Op 29 januari 1750 verleende Keizerin Maria Theresia door middel van een octrooi een toelating voor de bouw van een kanaal tussen Leuven en Mechelen. Leuven ijverde meer dan tweehonderd jaar voor een aansluiting op een waterloop om de handel met zeeschepen in te voeren.
Op 9 februari 1750 deed Prins Karel van Lorreinen de eerste spadesteek en op 21 december 1752 werd het kanaal met water gevuld. Het zou echter nog tot 1763 duren vooralleer het kanaal kon worden gebruikt wegens problemen met de sluizen en dijken. Het kanaal telde vijf sluizen : Tildonk, Kampenhout-Sas, Boortmeerbeek, Battel en Zennegat. Tussen 1836 en 1837 werd het kanaal aangepast aan schepen met een diepgang tot 3,60 m en herbouwde men ook Kampenhout-sas. Het kanaal was belangrijk voor het transport van goederen en reizigers doch vanaf 1837 nam het reizigersvervoer af toen de spoorlijn tussen Leuven en Mechelen in dienst kwam.
De kanaalinfrastructuur is tot op vandaag zeer weinig gewijzigd. De sluizen zijn nagenoeg authentiek en de wijzigingen zijn beperkt gebleven tot verstevigingswerken (de sluisdeuren worden niet langer door kaapstanders bediend maar door lieren). Daar de kanaalsinfrastructuur een industrieel-archeologische waarde heeft is deze door het ministerieel besluit van 19 maart 1997 beschermd als monument. De sluis, de sluiswachterwoning en omgeving zijn wegens hun historische en industrieelarcheologische waarde beschermd als dorpsgezicht.
[bewerk] Technische gegevens
Het kanaal kan bevaren worden door schepen van Klasse II (600 ton), heeft een totale lengte van 30km (30.043 m) en een diepgang van 2,3 m.
[bewerk] Sluizen
Er zijn 5 sluizen opgesteld op het traject. Alle vijf sluizen zijn van het zeldzame type buiksas, zo genoemd naar de halfronde uitsparingen in de wanden;
- Tildonk: 1 sluis van 52 m x 7,75 m - verval van 2,26 m
- Kampenhout-Sas: 1 sluis van 52 m x 7,75 m - verval van
- Boortmeerbeek: 1 sluis van 52 m x 7,75 m - verval van
- Battel: 1 sluis van 52 m x 7,75 m - verval van
- Zennegat: 1 sluis van 52 m x 7,75 m - verval van