Lysimachus
Lysimachus (Grieks: Lysímachos, 355 – 281 v. Chr.) was veldheer van Alexander de Grote en bestuurde na diens dood Thracië. In 305 v. Chr. nam hij de koningstitel aan. Hij was een der diadochen, aan wie na de dood van Alexander de Grote Thracië toeviel.
Met Cassander, Ptolemaeus en Seleucus streed hij tegen Antigonus I en hielp mee om Antigonus Monophthalmus te verslaan. Na de overwinning bij Ipsos in 301 v. Chr. verwierf hij een groot deel van Klein-Azië en na de ondergang van Demetrius Poliorcetes in 287 v. Chr. ook Macedonië. Lysimachos sneuvelde in de Slag bij Curupedium (281 v. Chr.) in Lydië tegen Seleucus.
In ruil hiervoor kreeg hij in 301 v. Chr. Antigonus' stad Antigoneia die hij liet omdopen naar Nicaea ter ere van zijn vrouw Nikaia. In 287 v. Chr. verdreef hij Demetrius Poliorcetes uit Macedonië. Enkele jaren heerste hij over Westelijk Klein-Azië, Macedonië en het gebied ten noorden daarvan tot aan de Donau. In 281 v. Chr. werd hij door Seleucus I Nicator verslagen en verloor het leven in de slag bij Curupedium.