Margaretha van Schotland
Margaretha van Schotland (ca. 1045 - 16 november 1093) was een kleindochter van Edmond II Ironside, koning van Engeland (1016 - 1017) en de zuster van Edgar Atheling, ongekroond Angelsaksisch koning.
Haar vader was prins Edward (de Banneling), zoon van Edmund Ironside. Haar moeder was Agatha, een familielid van koning Stefan I van Hongarije. Waarschijnlijk werd zij ook in Hongarije geboren. Toen haar oom, koning Edward de Belijder stierf, ging zij naar Engeland, waar haar broer Edgar aanspraak maakte op de Engelse troon. Na de Normandische verovering in 1066 besloot Agatha Northumberland met haar kinderen te verlaten en terug te keren naar het vasteland. Een storm dreef hun schip echter terug naar de kust van Schotland, waar zij de bescherming zochten van de Schotse koning Malcolm.
Margaretha huwde Malcolm, hervormde de kerk en verengelste het Schotse hof. Ook introduceerde zij de rooms-Katholieke liturgie in Schotland, herstelde de abdij van Iona en begon met de inrichting van Dunfermline als begraafplaats voor vorsten.
Zij overleed enkele dagen na haar echtgenoot, die omkwam bij een inval in Engeland. In 1249 werd zij heilig verklaard en in 1673 werd ze de beschermheilige van Schotland.