Mezoeza
Mezoeza (letterlijk: deurpost in het Hebreeuws) verwijst naar één van de 613 mitzvot (613 geboden) in het jodendom. Volgens dit gebod moet men een rolletje perkament (Sefer Thora) met twee verzen uit Deuteronomium (6:4-9 en 11:13-21) van de Thora op de deurpost en het hek van elk joods huis, elke synagoge en elk bedrijf bevestigen. De mezoeza wordt altijd rechts van de deurpost bevestigd. Op de koker staat meestal de Hebreeuwse letter sjin (ש) dit staat hoogstwaarschijnlijk voor Sjema, het ochtend- en avondgebed.
De mezoezah aan de ingang van het huis helpt eraan te herinneren Gods opdracht het huis binnen te dragen, en vanuit het huis de wereld weer in. Men vindt ze ook aan de deuren die leiden naar de woon-, werk-, en slaapkamers, om zo steeds herinnerd te blijven aan de belofte van God. Joden hebben de gewoonte bij het passeren de mezoeza aan te raken en vervolgens de vingers naar de lippen te brengen.
[bewerk] Verzen
[bewerk] Deuteronomium 6:4-9
Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één! Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat. Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden en het zal u een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn, en gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis en aan uw poorten.
[bewerk] Deuteronomium 11:13-21
Indien gij nu aandachtig luistert naar de geboden, die ik u heden opleg, zodat gij de Here, uw God, liefhebt en Hem dient met uw ganse hart en uw ganse ziel, dan zal Ik de regen voor uw land op zijn tijd geven, de vroege en de late regen, zodat gij uw koren en uw most en uw olie kunt inzamelen, en Ik zal op uw veld gras geven voor uw vee, zodat gij kunt eten en verzadigd worden. Neemt u ervoor in acht, dat uw hart zich niet laat verlokken, zodat gij afwijkt, andere goden dient en u voor hen nederbuigt. Dan zou de toorn des Heren tegen u ontbranden en Hij zou de hemel toesluiten, zodat er geen regen komt, de bodem zijn opbrengst niet geeft en gij weldra te gronde gaat in het goede land, dat de Here u geven zal. Maar gij zult deze mijn woorden in uw hart en in uw ziel leggen; gij zult ze tot een teken op uw hand binden en zij zullen een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn. Gij zult ze uw kinderen leren en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit en wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat; gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis en aan uw poorten, opdat gij en uw kinderen in het land, waarvan de Here uw vaderen gezworen heeft, dat Hij het hun zou geven, zo lang leeft, als de hemel boven de aarde staat.