Oude Hortus
Met de Oude Hortus wordt de tuin bedoeld, die van 1723 tot 1920 de botanische tuin (hortus botanicus) van de Universiteit van Utrecht was. De Oude Hortus is gelegen tussen de Lange Nieuwstraat en de Nieuwegracht.
De hortus van Utrecht heeft een lange geschiedenis, die teruggaat tot het jaar 1639. In 1723 krijgt de hortus botanicus zijn plaats aan de Nieuwegracht in een tuin die doorloopt tot aan de Lange Nieuwstraat. Tot 1935 vinden verschillende uitbreidingen van het terrein plaats, alhoewel de tuin de functie van botanische tuin (en plantencollectie) dan al lang verloren heeft aan het Cantonspark in Baarn. In de zestiger jaren van de 20ste eeuw verhuist de Universiteit voor een groot deel naar De Uithof. Dan komt de hortus onder de naam Botanische Tuinen weer terug naar Utrecht, naar Fort Hoofddijk. Na 1920 dienen de kassen aan de Lange Nieuwstraat voor algemene plantkunde en heeft het terrein als steeds belangrijker functie die van parkeerplaats.
In 1991 dreigt het hortuscomplex aan de Lange Nieuwstraat definitief te verdwijnen. De Stichting Vrienden van de Oude Hortus, waarin buurtbewoners, Rotaryclubs en vrijwilligers actief zijn, neemt het beheer en de inrichting van de tuin op zich. In 1996 wordt het Utrechts Universiteitsmuseum gevestigd in het voormalige Botanisch Laboratorium. Door sloop van een aantal gebouwen wordt de tuin weer groter dan ze sinds decennia geweest is, en krijgt onder de naam Oude Hortus de status van museumtuin. In de heringerichte Oude Hortus kan men nu een beeld krijgen van de ontwikkelingen die de tuin in drieënhalve eeuw heeft doorgemaakt.
Inhoud |
[bewerk] De geschiedenis van de Oude Hortus
[bewerk] 17e eeuw: kruidentuin
Op 11 maart 1639, drie jaar na de oprichting van de Universiteit van Utrecht, besluit het stadsbestuur "dat men het bolwerk Sonnenborgh sal doen approprieren ende beplanten met cruijden nodich tottet oeffenen van de studenten in de medicijnen" (dat men een terrein op het Bolwerk Sonnenborgh zal aankopen om dit in te richten als kruidentuin. Daar kunnen de medicijnenstudenten les krijgen). De tuin heet in die tijd: hortus medicus. De eerste directeur was Henricus Regius (Hendrik de Roy) (1598 - 1679), die in 1650 de eerste tuincatalogus van de Utrechtse hortus publiceert - de Hortus Academicus Ultraiectinus - met 678 soorten, variëteiten en cultivars.
[bewerk] 18e eeuw: plantensystematiek
In 1723 verhuist men naar een groter terrein. De stad koopt een pand aan de Nieuwegracht met een grote tuin, die doorloopt tot aan de Lange Nieuwstraat. Op deze plaats is de Oude Hortus nog steeds gehuisvest. Deze "hortus botanicus" wordt ingericht door Joseph Serrurier (1668 - 1742). In 1735 bezoekt de Zweedse arts en bioloog Carolus Linnaeus de hortus. Hij is de grondlegger van de binomiale nomenclatuur. Hij verblijft enkele jaren in Nederland.
In Utrecht werkt professor Evert Jacob van Wachendorff (1703 - 1758), plant- en scheikundige, aan een eigen variant van de plantensystematiek. In 1747 publiceert hij de Horti Ultraiectini Index (de lijst met planten in de Utrechtse hortus). Hij laat de tuin opnieuw inrichten om zijn systeem te demonstreren, en werkt met plantennummers die naar zijn "index" verwijzen.
In 1724 en 1768 worden ook twee oranjerieën gebouwd, waarin tropische en subtropische planten kunnen overwinteren.
Uit de 18e eeuw dateert ook de Ginkgo biloba of Japanse notenboom, die nog steeds in de tuin staat, en beschouwd wordt als het oudste exemplaar in Europa.
[bewerk] 19e eeuw: Engelse landschapsstijl en plantenfysiologie
In de negentiende eeuw past professor Friedrich Anton Wilhelm Miquel (1811 - 1871), botanicus (plantkundige), de Engelse landschapsstijl toe bij de inrichting van (delen van de) hortus: men probeert in de tuin de indruk van een natuurlijk landschap te wekken.
Aan het eind van de eeuw verschuift de aandacht onder de botanici naar de plantenfysiologie. Er wordt een laboratorium gebouwd. De beplanting van de tuin wordt gericht op het kweken van materiaal voor fysiologische en anatomische studie.
[bewerk] 20e eeuw: kassen en plantensociologie
Tussen 1906 en 1908 worden de bestaande kassen afgebroken en wordt een voor die tijd zeer modern kassencomplex gebouwd. In elk kasgedeelte was het mogelijk een ander klimaat te scheppen.
De opkomst van de plantensociologie of vegetatiekunde blijkt uit het feit dat op de plaats van de huidige "cottagetuin" een alpiene tuin wordt ingericht. De bedoeling is om dit deel van de tuin zo goed mogelijk als plantengemeenschap in te richten.
De twintigste eeuw is ook de eeuw van de verplaatsing van de plantencollectie naar het Cantonspark in Baarn (vanaf 1920) en later naar het nieuwe universiteitscomplex aan de rand van Utrecht, De Uithof. Bij deze laatste verhuizing wordt de naam van de tuinen gewijzigd in Botanische Tuinen Universiteit Utrecht. De term "hortus" blijft voortleven in de aanduiding van de "Oude Hortus", die als museumtuin aan een nieuw leven begint.
[bewerk] Museumtuin
In de huidige tuin kan men in een notendop de ontwikkeling van de Hortus van de zeventiende tot de twintigste eeuw terugvinden:
- In de Regiustuin, genoemd naar de hooggeleerde Henricus Regius, is geprobeerd de sfeer van de 17e-eeuwse Hortus Medicus levend te houden.
- De oranjerieën uit de 18e eeuw bestaan nog steeds. De ene doet sinds 2002 dienst als museumcafé het Zaadhuis. In de andere overwinteren nog steeds de kuipplanten, waaronder het oranjeboompje, waaraan de oranjerieën hun naam ontlenen.
- Het centrale deel van de tuin is ingericht in de voor de 19e eeuw karakteristieke Engelse landschapsstijl.
- Het kassencomplex uit het begin van de 20e eeuw wordt gerestaureerd. Een deel is alweer open gesteld voor bezoekers. U kunt daar de zeldzame Victoria amazonica bewonderen.
- De huidige "cottagetuin" is in de eerste helft van de 20e eeuw aangelegd als alpiene tuin, waarin planten bij elkaar stonden, die gelijke natuurlijke omstandigheden behoeven.
De Oude Hortus is in de allereerste plaats echter nog steeds een mooie tuin, waar men het gehele jaar door kan genieten van mooie planten, forse bomen en fraaie bloemen.
[bewerk] Adresgegevens etc.
[bewerk] Adres
Lange Nieuwstraat 106, 3512 PN Utrecht
Telefoon: 030 2538008 (of 2538028) (receptie Universiteitsmuseum)
Te bereiken met bus 2 vanaf Utrecht Centraal Station, of 20 minuten lopen.
[bewerk] Openingstijden
Het museum (en de tuin) is geopend van dinsdag tot en met zondag van 11.00 tot 17.00 uur. Het museum (en de tuin) is gesloten op maandagen, 1 januari, 30 april en 25 december; overige feestdagen (ook 2e paasdag en 2e pinksterdag) wel geopend.
[bewerk] Literatuur
- Heniger, dr. J. / drs. L. Terken - Van stadstuin tot centrale hortus
-
- in: Lukkien, drs. ing. Vijko P.A. en Wiert Nieuman (red.) - Botanische tuinen; een bijzondere wereld aan planten (uitg. ter gelegenheid van 350 Botanische Tuinen Utrecht),
- uitg. Zomer & Keuning, Ede / Antwerpen, 1989
[bewerk] Externe link
Meer informatie over de Oude Hortus en de Stichting Vrienden van de Oude Hortus op de website van het Utrechts Universiteitsmuseum