Passiflora gibertii
Passiflora gibertii | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Passiflora gibertii N.E.Br. (1896) |
Passiflora gibertii is een passiebloem, die is genoemd naar José Ernesto Gibert, de man die de plant ontdekt heeft. De plant wordt ook wel Passiflora ‘St. Rule’ genoemd. Ondanks wat deze naam suggereert is het geen hybride, maar een echte botanische soort. De plant is nauw verwant aan P. eichleriana, P. elegans en P. subpeltata. Alle vier de soorten hebben soortgelijke bloemen en drielobbige bladeren.
De plant heeft gladde stengels. De bladstelen zijn 1 – 5 cm lang. De bladeren zijn drielobbig of zelden vijflobbig, dun, gaafrandig en 5 – 18 x 5 – 22 cm groot. De alleenstaande bloemstelen zijn 4 – 8,5 cm lang. De bloemen zijn wit en paars en 6 – 9 cm breed. De kelkbladeren zijn wit, lancetvormig, 2,5 – 4 x 0,8 – 1,1 cm groot en hebben een 0,7 – 1,5 cm lange kafnaald. De kroonbladeren zijn wit, langwerpig en 2 – 2,9 x 0,6 – 1,1 cm groot. De corona bestaat uit vijf tot zes rijen. De buitenste twee rijen zijn 1 – 2,8 cm lang en bestaan uit witte en paarse banden. De binnesnte rijen worden naar het midden van de bloem steeds korter, zijn 0,1 – 0,7 cm lang en groenig met paars van kleur. De vruchten zijn glad, bolvormig tot ovaal, 4 – 6 x 3 – 6 cm groot en geel tot oranje van kleur. De zaden zijn 0,5 x 0,2 – 0,4 cm groot en hebben butsen op het oppervlak.
P. gibertii is inheems in Argentinië, Brazilië en Paraguay. In België en Nederland kan deze plant ’s winters in de vensterbank of in de gematigde kas worden gehouden. ’S Zomers kan de plant buiten worden gezet. Een plant die stengels van 2 – 3 m heeft, kan gedurende de bloeiperiode van juni tot september wel met 10 bloemen per dag bloeien. De plant kan vermeerderd worden door middel van zaaien en stekken.