Recht van overpad
Recht van overpad is een voorbeeld van een servituut, een inperking van de rechten van de eigenaar. Het betekent dat bepaalde anderen (buren) niet gehinderd mogen worden bij het oversteken van het stuk grond in kwestie, bijvoorbeeld in het geval dat de openbare weg alleen op die manier vanuit het naburige woonhuis te bereiken is.
Het recht van overpad is een relatief, dus persoonlijk, recht. Het kan slechts worden gehandhaafd tussen de partijen die het zijn aangegaan. Een eventuele verkrijger onder bijzondere titel (vaak: een koper) van een van beide erven, hoeft dit recht niet jegens de eigenaar van het andere erf te handhaven.
Indien men wel wil dat een recht van gebruik van eens anders erf in stand houdt na overdracht van een van de erven, dient men een recht van erfdienstbaarheid te vestigen. Dit recht is omvattender dan het recht van overpad en werkt ook door na overdracht van het dienende erf onder bijzondere titel.
Het vestigen van een erfdienstbaarheid kan op twee manieren: (i) het vestigen van een erfdienstbaarheid en (ii) door "verkrijgende" verjaring. Het vestigen van een erfienstbaarheid gaat per notariële akte. Verkrijgende verjaring is wanneer het deel van het dienende erf dat eigendom is van het heersende erf langer eigendom is dan 10 jaar wanneer te goeder trouw en langer eigendom is dan 20 jaar wanneer niet te goeder trouw. Na deze periode(s) is het erfdeel dat dienst doet dus van eigenaar gewisselt.
| Dit artikel is een beginnetje. U wordt uitgenodigd op bewerk te klikken om uw kennis aan dit artikel toe te voegen. |  |
