Regenboogtrui
De regenboogtrui is de trui (koersshirt) die de wereldkampioen wielrennen tot aan het volgende wereldkampioenschap moet dragen. Het is een witte trui met horizontale strepen in de kleuren blauw, rood, zwart, geel en groen, waarop overigens nog wel de naam van de sponsor(s) van het team kunnen worden geplaatst. Tegenwoordig kiezen renners er vaak om esthetische redenen voor een bijpassende broek te dragen, maar dat is niet verplicht.
Op alle onderdelen waarin wereldkampioenschappen worden georganiseerd (weg, tijdrit, achtervolging, sprint, keirin, etcetera) wordt een trui uitgereikt. De drager is evenwel gerechtigd die uitsluitend te dragen in het soort wedstrijden waarin hij de trui verdiend heeft. Een achtervolger mag, indien hij in een wegwedstrijd uitkomt, geen regenboogtrui dragen. Een wereldkampioen tijdrijden kan zijn trui wél in een tijdrit, maar niet in een gewone wegwedstrijd dragen. Er is één uitzondering: de regerend wegkampioen kan altijd de regenboogtrui dragen, omdat de individuele wegtitel als belangrijkste wordt beschouwd.
Verder is het zo dat de trui nooit gedragen wordt tijdens het wereldkampioenschap zelf.
Ex-wereldkampioenen zijn herkenbaar aan de regenboogstrepen op de uiteinden van de mouwtjes.
[bewerk] Schaatsen
Bij het wereldkampioenschap allround schaatsen in 1983, in het Bislet stadion in Oslo, verscheen de kampioen van het voorgaande jaar, Hilbert van der Duim, in een wit schaatspak voorzien van regenboogstrepen. Na zijn falen op de 5000 meter ("pap in de benen") heeft hij het opzichtige kostuum op de volgende afstand niet meer gedragen. Van der Duim verklaarde zelf dat hij het pak op de laatste wedstrijddag niet meer droeg, omdat het ook in het wielrennen niet gebruikelijk is om de regenboogtrui te dragen op de dag waarop de nieuwe wereldkampioen bekend wordt.
Zie ook: |
---|
Portaal Sport · Categorie:Sport · Sport van A tot Z · In het nieuws - Sport · Sport · Wielersport |