Ridderslag
Een ridderslag (accolade) is het verlenen door een (adellijk) heer van de ridderlijke waardigheid door middel van het leggen van diens zwaard op beide schouders van een persoon.
[bewerk] Herkomst
De voorloper van de ridderslag is het oudgermaanse gebruik van het zwaard omgorden van een (jonge)man die zich op het slagveld heeft bewezen. In de achtste eeuw mag iedere ridder iemand die zich verdienstelijk heeft gemaakt op het slagveld tot ridder verheffen. Toetreding tot deze stand is dan betrekkelijk eenvoudig hoewel niet iedere ridder hiermee automatisch van adel is. Veel leden van de Ministerialiteit zijn wel ridder maar niet van adel. De ridderslag wordt pas in de veertiende eeuw ingevoerd, als de zwaardomgording haar betekenis heeft verloren. In de loop van die eeuw wordt de ridderslag een uiting van klassebewustzijn en sociale apartheid van de ridderstand. Voorwaarde wordt dat nieuwe ridders van adellijke geboorte moeten zijn. Het is een bevestiging van het feit dat zij tot de heersende klasse behoren.
[bewerk] Een gesloten klasse
Vanaf de twaalfde eeuw ontwikkelt de adel zich tot een gesloten klasse. Alleen iemand van ridderlijke afkomst kan ridder worden. Friedrich I Barbarossa verbiedt met nadruk dat zonen van priesters en boeren de gordel dragen. In het Heilige Roomse Rijk wordt de ridderlijke bovenlaag in zes of zeven zogenaamde heerschildrangen van verschillend aanzien gesplitst. Het verschil tussen rijksaristocratie en andere adel wordt dan geformaliseerd.