Ripuarisch
Portaal Nederlands |
Het Ripuarisch of Middelfrankisch is een Rijnfrankisch dialect van de Hoogduitse taal. Rijnlands is een meer algemene, informele term voor nader te onderscheiden dialecten in het huidige Duitse Rijnland. Het noordelijk en midden-Rijnlandse gebied wordt als grote overgangszone gezien tussen de Nederlandse (Nederfrankische) en Duitse (Hoogduitse) dialecten. Zo lopen de Zuid-Gelderse dialecten van het Nederlandse Zuid-Gelderland en Noord-Limburg nog ver in het Duitse Noord-Rijnland door als het Kleverlands en Nederrijns, op de onderstaande Duitse dialectkaart weergegeven in lichtgroen en met het cijfer 14. In de Middeleeuwen hebben de Rijnlandse dialecten grote invloed op het Limburgs gehad; zowel op het gebied van fonologie, de morfologie als de grammatica. In de dertiende eeuw werd de taalkundige invloed vanuit het Brabants sterker nadat Limburg politiek onder het gezag van Brabant gekomen was.
Inhoud |
[bewerk] Verspreiding over drie landen
Vormen van het subdialect Ripuarisch of Keuls (beide termen verwijzen naar historische vorstendommen), worden in Duitsland in een ruim gebied rond Keulen, in Nederland in Zuidoost-Limburg, en verder in het oosten van de Belgische provincie Luik gesproken. Op de onderstaande kaart wordt dat aaneengesloten gebied in donkergroen en met het cijfer 16 aangegeven.
[bewerk] Toontaal
Het meest saillante kenmerk van het Ripuarisch (16) is zijn fonologisch toontaalkarakter. Die eigenschap deelt het met het Limburgs zoals dat in België en Nederland wordt gesproken (15), en ook met het Moezelfrankisch, dat in Luxemburg, de omgeving van Metz in het Franse Lotharingen, in het Duitse Eifelgebied en in het Midden-Rijnland wordt gesproken (17).
[bewerk] Scherpe of graduele begrenzing
Merk op, dat de streektaal die Nederlandstaligen Limburgs noemen, door Duitse taalkundigen als Duitsnederlands wordt bestempeld, of als Limburgisch-Bergisch (15), welke laatste lid verwijst naar het oude rechts-Rijnlandse hertogdom Berg.
Naar de Duitse definitie hoort het Kerkraads, een Zuidoost-Limburgs dialect, bij het Ripuarisch (16). Dit Kerkraads heeft in Nederlandse oren al een erg Duitse klank. Het Ripuarisch van Keulen, het Keuls (Kölsch), is evenzeer tonaal en ook dat klinkt in Nederlandse oren als een combinatie van Duits en Limburgs. Toch worden geen van deze beide Ripuarische variëteiten tot de overgangsdialecten gerekend. Als grens tussen de Nederfrankische en Middelfrankische dialecten wordt meestal (vooral door Duitse taalkundigen) de zogeheten Benrather Linie aangehouden (maken / machen), op de kaart ingetekend met een rode lijn. De overgang voltrekt zich echter meer gradueel. Tussen de grote dialectgebieden van het Limburgs en het Ripuarisch bevindt zich namelijk een lange en betrekkelijk smalle Limburgs-Ripuarische overgangszone, die tot aan het Roergebied reikt. Zie hiervoor de lemma's Drielandenlimburgs, Zuidoost-Limburgs en Platdietse streek.
[bewerk] Keulse expansie
Vanuit de Nederlandse optiek worden de Limburgse dialecten meestal als een nogal bijzondere variëteit van het Nederlands beschouwd. Duitsers echter zien deze als onderdeel van een meer omvattende overgang van het Rijnlands naar het Nederlands. Het Noordelijk Rijnfrankisch is de som van alle Nederlandse (Nederfrankische) en Westmiddelduitse (Middel- en Moezelfrankische) dialecten. Het gebied tussen Rijn en Maas vormde in de middeleeuwen en nog lang daarna een culturele eenheid. Het drietal Limburgs (15), Ripuarisch (16) en Moezelfrankisch (17) gezamenlijk neemt, als gezegd, temidden van het geheel aan Rijnfrankische dialecten een bijzondere plaats in met name door zijn tonale karakter. De oorsprong daarvan is waarschijnlijk terug te voeren op de overheersende positie van Keulen in de vroege middeleeuwen (Welschen 2002, Gussenhoven 2006, zie ook [1] De tonen van het Limburgs).
[bewerk] Media-aandacht
- In de bijlage 'Wetenschap & Onderwijs' van NRC Handelsblad van 10/9/06 verscheen een paginabrede bijdrage over het grensoverschrijdend toontaal-karakter van het Limburgs, onder de titel: 'Limburgse hoogten'. Zie ook [2] De tonen van het Limburgs.
- De regionale dagbladen Dagblad de Limburger / Limburgs Dagblad brachten op 23/9/06 een bijna paginagroot artikel over het Drielandenlimburgs onder de titel 'Taal als cement van de Euregio'. Zie ook [3].
[bewerk] Bron
- A.J. Welschen 2000-2005: Course Dutch Society and Culture, International School for Humanities and Social Studies ISHSS, Universiteit van Amsterdam (met toestemming)
[bewerk] Zie ook
Zie de Ripuarische editie van Wikipedia |