Saksen-Weimar-Eisenach
Vlag | Wapen |
---|---|
Kaart | |
Hoofdstad | Weimar |
Regeringsvorm | Monarchie/republiek |
Staatshoofd | |
Dynastie | Wettin |
Bestaan | 1741/1809-1920 |
Oppervlakte | 3610 km² |
Inwoners | 362.873 (1910) |
Taal | Duits |
Ontstaan uit | Saksen-Weimar, Saksen-Eisenach |
Opgegaan in | Thüringen |
Munteenheid | Mark |
Volkslied | |
Religie | Protestants |
Locatie in het Duitse Keizerrijk | |
Bondsraad | 1 |
Kenteken | S |
Saksen-Weimar-Eisenach (sinds 1903 officieel Groothertogdom Saksen) was een van de Ernestijnse hertogdommen en van 1918 tot 1920 een vrijstaat in het huidige Thüringen.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
De unie Weimar-Eisenach ontstond toen Ernst August I, hertog van Saksen-Weimar, na de dood van Willem Hendrik van Saksen-Eisenach (1741) ook Saksen-Eisenach in handen kreeg. Dit dubbelhertogdom werd in 1809 verenigd tot een enkele staat.
Ernst Augusts zoon Ernst August II Constantijn werd opgevolgd door zijn vrouw Anna Amalia, die met toestemming van keizerin Maria Theresia als regentes de regering voor hun minderjarige zoon Karel August waarnam. Voor zijn literatuuronderricht haalde zij de dichter-schrijver Christoph Martin Wieland naar het hof van Weimar. Onder Karel August groeide Weimar uit tot middelpunt van het Duitse geestesleven, waar schrijvers als Johann Wolfgang von Goethe, Johann Gottfried Herder en Friedrich Schiller verbleven. Deze periode staat in de Duitse literatuurgeschiedenis bekend als de Weimarer Klassik. Karel August regeerde als verlicht despoot en schonk zijn land in 1816 de eerste constitutie.
Het huwelijk van de troonopvolger Karel Frederik met de Russische grootvorstin Maria Paulowna in 1804 bracht het land onder de bescherming van tsaar Alexander I, die het nodig had in de strijd tegen Napoleon. Onder zijn invloed werd Saksen-Weimar-Eisenach op het Congres van Wenen in 1815 verheven tot groothertogdom en ontving het omvangrijke nieuwe grondgebieden. Groothertogin Maria Paulowna was verantwoordelijk voor het zogenaamde "Zilveren Tijdperk" van Weimar door haar omgang met musici als Franz Liszt en Peter Cornelius.
Karel Frederik regeerde in de geest van zijn vader, maar kon onrust in het revolutiejaar 1848 niet voorkomen. Hij benoemde de oppositieleider Oskar von Wydenbrugk tot premier en hervormde in 1849 de regering op liberale wijze. Onder zijn opvolger Karel Alexander, die was gehuwd met prinses Sophie der Nederlanden, nam Saksen-Weimar-Eisenach in 1866 aan Pruisische zijde deel aan de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog, trad het toe tot de Noord-Duitse Bond en in 1871 tot het Duitse Keizerrijk. Zijn opvolger Willem Ernst moest in 1918 aftreden. Het land werd een vrijstaat en ging in 1920 op in de Vrijstaat Thüringen.
[bewerk] Territorium
Saksen-Weimar-Eisenach was met zijn 3610 km² verreweg de grootste van de Thüringse staten. Het bestond uit drie grotere delen en daarnaast nog 24 kleinere exclaves. Het land was verdeeld in vijf districten:
- Weimar met onder andere de steden Bad Berka en Blankenhain en de exclaves Ilmenau en Bösleben
- Apolda met onder andere de steden Jena en Bad Sulza en de exclaves Klein Kröbitz, Allstedt en Oldisleben
- Eisenach met onder andere de steden Ruhla en Creuzburg en de exclave Seebach
- Dermbach met onder andere de steden Lengsfeld en Vacha en de exclaves Ostheim vor der Rhön en Zillbach
- Neustadt an der Orla met onder andere de steden Triptis en Weida en de exclaves Russdorf, Teichwolframsdorf en Förthen
[bewerk] Heersers
[bewerk] Hertogen
- 1741-1748: Ernst August I
- 1748-1755: Frederik III van Saksen-Gotha-Altenburg (regent)
- 1748-1758: Ernst August II Constantijn
- 1758-1759: Karel I van Brunswijk (regent)
- 1759-1775: Anna Amalia van Brunswijk (regentes)
- 1758-1815: Karel August
[bewerk] Groothertogen
- 1815-1828: Karel August
- 1828-1853: Karel Frederik
- 1853-1901: Karel Alexander
- 1901-1918: Willem Ernst
|
|
---|---|
Duitse Keizerrijk: Anhalt# | Baden | Beieren | Bremen# | Brunswijk# | Elzas-Lotharingen1 | Hamburg# | Hessen-Darmstadt# | Lauenburg2 # | Lippe# | Lübeck3 # | Mecklenburg-Schwerin4 # | Mecklenburg-Strelitz4 # | Oldenburg# | Pruisen# | Reuss jongere linie5 # | Reuss oudere linie5 # | Saksen | Saksen-Altenburg6 # | Saksen-Coburg en Gotha7 # | Saksen-Meiningen6 # | Saksen-Weimar-Eisenach6 # | Schaumburg-Lippe# | Schwarzburg-Rudolstadt6 # | Schwarzburg-Sondershausen6 # | Waldeck8 # | Württemberg [#] Van 1866 tot 1871 lid van de. Noord-Duitse Bond. [*] Slechts nieuw ontstane deelstaten zijn aangegeven. [1] In 1918 geannexeerd door Frankrijk. [2] Personele unie met Pruisen, in 1876 daarin opgegaan. [3] In 1937 bij Pruisen gevoegd. [4] In 1934 verenigd tot Mecklenburg. [5] In 1919 verenigd tot Reuss. [6] In 1920 verenigd tot Thüringen. [7] In 1918 gesplitst in Coburg en Gotha. [8] In 1921/1929 opgegaan in Pruisen. [9] Sinds 1920 onder bestuur van de Volkenbond, in 1935 terug aan Duitsland als aparte deelstaat. |