Salpeter
Salpeter is de triviale naam voor een aantal salpeterzure metaalzouten, met name gewone salpeter of Kaliumnitraat (KNO3), Chilisalpeter of Natriumnitraat (NaNO3), en kalksalpeter of Calciumnitraat (Ca(NO3)2).
Het woord salpeter komt van sal (zout) en petra (stenen), omdat het zout oorspronkelijk van de stenen van de mestvaalt afgeschrapt werd.
Salpeter wordt o.a. gebruikt als meststof en voor het maken van explosieve mengsels zoals zwart buskruit en andere zgn. sassen.
Salpeter bevat het nitraation NO3- dat een voorname bron van gebonden stikstof is voor de plantenwereld. Bij de synthese van aminozuren (waar eiwitten uit bestaan) is namelijk stikstof nodig. Hoewel de atmosfeer grotendeel uit dit element bestaat zijn planten -althans zonder hulp van bepaalde bacteriën- niet in staat van deze bron gebruik te maken.
Nitraat is ook een vrij sterke oxidator en dat is de reden dat een gepoederd mengsel van nitraat met kool en zwavel (buskruit) explosief is. Het nitraat oxideert de zwavel en de kool en daar komt veel warmte bij vrij. Als salpeter verhit wordt zonder een toegevoegde brandstof zoals kool of zwavel ontleedt de stof onder vrijmaking van zuurstof. Bijvoorbeeld
-
- 4KNO3 -> 2K2O + 2N2 + 5O2
Deze reactie was al vroeg in de 17e eeuw bekend. Cornelis Drebbel heeft de ontleding waarschijnlijk gebruikt om adembare 'lucht' aan te maken aan boord van zijn onderzeeër.