Sphenophyllum, vanuit het Grieks: sphèn = wig; phulloon = blad, of te wel 'wigvormig blad', een geslacht der Sphenophyllaceae, orde Sphenophyllales, met uitsluitend fossiel bekende soorten, vooral in het Carboon en het Perm, vooral de soort: Sphenophyllum coemansii wordt veel gevonden in het Westfalien van Nederland, België en West Duitsland. De planten werden niet veel meer dan een meter hoog, met dunne, weinig vertakte stengels. De bladeren stonden in kransen van zes en waren min of meer 'wig' vormig. Anatomisch vertoont de stengel een driehoekig primair xyleem; het secundaire xyleem; bevatte op de hoekpunten nauwe elementen en aan de zijden wijdere. De strobilus bezat kransen van vergroeide bladeren, met in de oksel vergroeid: de meestal vertakte en gekromde sporangioforen.
|
Sphenophyllum coemansii vindpl. Ibbenbüren.coll.Steur.H.
|
[bewerk] externe link
==Bronnen==
Bron(nen): |
- - Flore et faune houillères de la Belgique; Renier,A. & Demanet,F. & Stockmans,F. & Van Straelen,V.;Musèe Royal Naturelle de Belgique (1938)
- - Paléontologie du Terrain houiller; Renier,A.; Universitè de la Liège (1910)
|