Tapijt
Tapijt is een vloerbedekking die een bovenkant van textiel (bijvoorbeeld wol, kunstgaren, katoen of sisal) heeft. De onderkant is veelal gemaakt van jute of een kunststof drager.
In het algemeen wordt onder 'tapijt' een vloerbedekking bedoeld die kamerbreed is (van muur tot muur). Als echter over 'een tapijt' wordt gesproken van ongeveer voor 1900, dan wordt meestal een los kleed bedoeld. De term 'vloerkleed' kan zowel een los kleed als een tapijt betekenen.
Het woord tapijt is afkomstig van de Perzische woord (تافته) tafta dat geweven betekent. In het Proto-Indisch is dit woord taxta (van tax: weven, werken), verwant met textiel.
[bewerk] Methoden van leggen
Een tapijt kan worden gelegd door:
- Lijmen op de vloer of op een speciale onderlaag.
- Plakken met dubbelzijdig klevend plakband langs de randen; dit is niet mogelijk bij grotere oppervlakken.
- Nieten; vroeger werden kopspijkers gebruikt. Behalve voor trappen wordt nieten weinig meer gebruikt. Dit komt vooral door de opkomst van de betonvloer.
- Vastzetten op spijkerlatten langs de randen van de kamer. Deze latten worden op hun beurt op de vloer gelijmd of gespijkerd. Deze spijkerlatten staan iets van de kant af, zodat de tapijtrand met speciaal gereedschap om de spijkerlatten heen en tussen de plinten en spijkerlat geduwd kan worden.Op dat moment spant men het tapijt iets met een spanner. Daarom noemt men deze methode ook wel spannen.
- Geheel los. Dit werkt goed bij kleinere vertrekken waarbij het tapijt kamerbreed gelegd kan worden, dus zonder naden. Zeker wanneer er voldoende meubilair (een bed, een kast) in de kamer staat, zal het tapijt goed blijven liggen. Wel kan het zeer gemakkelijk weer worden verwijderd, zonder lijmresten en zonder beschadiging.
[bewerk] Zie ook:
[bewerk] Trivia
- De tapijtkever is een insect dat zich in bepaalde typen tapijten prima thuisvoelt. Zelfs de schutkleur lijkt er op te zijn aangepast.