Trap (gebouw)
Een trap is een installatie waarmee men van een niveau naar een ander kan klimmen (of afdalen).
Een trap kan vast zijn (bijv. in een huis) of los (bijv. een keukentrapje).
Er zijn verschillende soorten trappen, al naar gelang de vorm:
- de rechte of steektrap
- de spiltrap
de trap die om een centrale spil loop - de wenteltrap
een rondgaande trap (zonder spil, maar met een open ruimte) - trap met één kwartdraai aan de onderkant.
- Trap met een kwartdraai aan de bovenkant.
- trap met twee kwarten.
- trap met bordes.
Naar gebruik onderscheidt men:
- de brandtrap
gebruikt in geval van nood - de roltrap
een "bewegende" trap - de vistrap
geen echte trap, maar een mogelijkheid voor vissen om om een hindernis te zwemmen
Het construeren en maken van een trap is een kunst op zich. De optrede (het hoogteverschil tussen twee treden) mag niet te groot of te laag zijn, evenals de helling van de trap. Een gebogen trap (de spil- of wenteltrap) moet een goede looplijn hebben.
[bewerk] Termen
- Een trap zonder stootborden heet een open trap.
- Een trap waarvan de helling gering is wordt een luie trap genoemd.
- trapbomen zijn de zijkanten van een trap waaraan de treden en stootborden ingefraisd zijn,ingeval van een houten trap.
- leuning.
- balluster.
- spijlen vierkant bewerkt.
- spijlen draaiwerk.
- wel tree.(is de bovenste trede van een houten trap,die is meestal half zo breed als de rest van de treden,bij een rechte steektrap.)
- koningsstijl.