Vennbahn
De Vennbahn (letterlijk: spoorweg van de Hoge Venen) was een stuk spoorweg (spoorlijn 48) in de Oostkantons dat door het Verdrag van Versailles aan België werd toegewezen, hoewel delen ervan door Duitsland liepen. De Vennbahn verbond de industriële centra van Aken (Rothe Erde) en Luxemburg op de kortst mogelijke manier.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
De spoorweg werd door de Pruisische staat gebouwd om snel en gemakkelijk steenkool en ijzererts te vervoeren. Ook zou ze de economie van verschillende plattelandsgebieden laten opleven en de inwoners ervan werk verschaffen in de industriële centra, die door de komst van de lijn makkelijker toegankelijk zouden worden. De inwijding vond plaats op 4 november 1889, in de daaropvolgende jaren werd de baan bijna volledig naar twee sporen uitgebreid. Om dit mogelijk te maken moesten verschillende hoogteverschillen (tot 1,7 %) worden weggewerkt en het spoor op sommige plaatsen worden versmald omdat de beschikbare ruimte naar enkelspoornormen was berekend.
In de Eerste Wereldoorlog kreeg het vanwege zijn ligging aan het westelijk front een nieuwe functie; vanaf 2 augustus 1914 werden, als onderdeel van het Schlieffenplan, via de lijn soldaten naar de fortengordel rondom Luik gestuurd. Vanaf de Vennbahn werden ook verschillende aansluitingen naar andere lijnen gebouwd zodat de spoorweg spoedig een strategische Noord-Zuidverbinding langsheen het westelijke front vormde.
Na de oorlog werden in kader van het Verdrag van Versailles de Pruisische kantons Eupen en Malmedy bij België gevoegd. Dit had tot gevolg dat de spoorlijn de nieuwe grens verschillende keren doorkruiste en er dus iedere keer grenscontroles nodig waren. Om dit probleem te verhelpen, werd beslist om de bedding van de spoorlijn, de stations en de technische installaties in zijn geheel aan België toe te wijzen. Door deze overdracht werden vijf stukken Duits gebied opeens afgesneden van het moederland, het werden exclaves.
Het belang van het goederenvervoer verminderde sterk na WOI. Lotharingen was een deel van Frankrijk geworden, het handelsverkeer met België was beperkt en Luxemburg, inmiddels uit de douane-unie met Duitsland gestapt, ging zich meer op Frankrijk richten. De nieuwe douanetarieven die deze drie landen aan de Duitse handelsgoederen oplegden, droegen eveneens tot deze achteruitgang bij.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de lijn een belangrijk doel van het Ardennenoffensief, het merendeel van de bruggen en tunnels werd vernield. De wederopbouw liet op zich wachten en het deel ten zuiden van Malmedy tot aan de grens met Luxemburg werd zelfs niet meer hersteld. Het resterende stuk kon daarom niet meer voor zijn oorspronkelijke doel gebruikt worden. Beetje bij beetje hield de industrie op om de spoorweg aan te wenden. Later zou het Belgisch leger de spoorweg nog gebruiken om zwaar materiaal naar het kamp van Elsenborn te transporteren.
De lijn geraakte meer en meer in verval, na het totaal stopzetten van alle activiteiten werd nadien nog een poging gedaan de lijn te exploiteren voor toeristische doeleinden. Na twaalf jaar kwam hier ook een einde aan.
[bewerk] Huidig gebruik
Op de sectie tussen Aken en Kornelimünster hebben de ongebruikte sporen sinds 2005 plaatsgemaakt voor de zogenaamde Vennbahnradweg, een fietspad dat het tracé van de oorspronkelijke sporen volgt.
Tussen de stations van Monschau-Kalterherberg en Sourbrodt werden in 2004 door een Belgische ondernemer spoorfietsen ingelegd. Dat zijn een soort draisines die voortbewegen zoals een fiets.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
- De officiële site van het spoorwegmuseum
- Geschiedenis en toekomstperspectieven m.b.t. de Vennbahn
- Kaart van de Vennbahn nabij Monschau
- Railbike
Bron(nen): |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Vennbahn op Wikimedia Commons. |