Verstek (procesrecht)
In een juridische procedure kan verstek verleend worden wanneer een partij niet komt opdagen.
Wanneer een procedure wordt gestart met een dagvaarding, zal de gedaagde partij actie moeten ondernemen. Afhankelijk van het soort procedure kan dit zijn dat de gedaagde in persoon moet verschijnen, een conclusie van antwoord moet innemen, of vertegenwoordigd door een procureur moet verschijnen (Dit laatste geldt in civiele procedures die niet voor de kantonrechter worden gevoerd).
Wanneer er geen conclusie van antwoord wordt ingenomen, de gedaagde verschijnt niet, en er is ook geen verhindering doorgegeven of uitstel verleend, of wanneer er een procureur moet worden ingeschakeld dit niet gebeurt, dan zal de rechter verstek verlenen. Dit houdt doorgaans in dat de eis van de eiser volledig wordt toegewezen, tenzij een deel van eis onrechtmatig lijkt (bijvoorbeeld exorbitant hoge incassokosten worden zelfs bij verstek vaak gelimiteerd door de rechter).
Nadat verstek is verleend zal de rechter een verstekvonnis uitspreken. Na betekening van dit vonnis door de gerechtsdeurwaarder heeft de gedaagde partij slechts acht dagen om in verzet te komen. Opgemerkt moet worden dat verzet niet hetzelfde is als hoger beroep. Wanneer de gedaagde in verzet komt zal de procedure als het ware doorlopen. Wanneer de verzet-termijn is verstreken, is het vonnis onherroepelijk (krijgt het kracht van gewijsde). Hoger beroep is niet mogelijk wanneer er verstek is verleend.
Verstekverlening komt bij veel personen- en familiezaken voor. Daarnaast gebeurt het ook vaak bij incassozaken dat de gedaagde verstek laat gaan. Deze hoopt immers meestal dat de bui "wel over waait" als hij zijn kop in het zand steekt. Dit gebeurt echter niet, en hij zal dan ook na verloop van tijd geconfronteerd worden met de tenuitvoerlegging van het vonnis (of de beschikking).