Waterpijp
Een waterpijp is een apparaat voor het roken van speciale pijptabak met fruitsmaak. Soms wordt de waterpijp gebruikt voor het roken van marihuana of hasjiesj. Het roken van pijptabak is in het Midden-Oosten al 900 jaar traditie en het wordt veel gedaan in restaurants en cafés.
In andere talen heet een waterpijp: hookah, huka, hooka, chicha, shisha, shishah, shesa, sheesha, narghile, nargile, nargila of hubbly bubbly.
Verschillende varianten van de waterpijp zijn de:
[bewerk] Werking
Een waterpijp bestaat in principe uit vier delen:
- tabakskommetje: hier komt de rookwaar in;
- metalen schacht: deze loopt van onder het tabakskommetje tot in het glazen reservoir, net onder het waterniveau;
- glazen reservoir: gevuld met vloeistof (meestal water);
- slang: flexibele slang met mondstuk waardoor de rook wordt opgezogen.
Het glazen reservoir dient te worden gevuld met water, en wel zover dat de metalen schacht circa 2 centimeter onder water komt. In het tabakskommetje stopt men rookwaar; daarna wordt deze afgedekt met aluminiumfolie waar gaatjes in worden geprikt, vervolgens legt men daar een brandend kooltje op. Door nu op het mondstuk te zuigen ontstaat er onderdruk boven de vloeistof. Hierdoor wordt er door de vloeistof heen lucht aangezogen door de pijpekop. Voorwaarde is wel dat de bokaal perfect luchtdicht is om te voorkomen dat de rook verdunt, of er geen onderdruk komt.