Albrecht van Beieren
1336-1404 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Graaf van Holland | ||||||
|
||||||
Graaf van Henegouwen | ||||||
|
||||||
|
Albrecht van Beieren (ook wel Aalbrecht; München 25 juli 1336 - 's-Gravenhage, 16 december 1404) was graaf van Holland, Henegouwen en Zeeland uit het Huis Wittelsbach.
Hij ging de Nederlandse geschiedenis in door zijn ingrijpend privilege, verleend aan het bestuur van de stad Amsterdam, waardoor de burgemeesters van de stad, bijna 4 eeuwen lang, een grote mate van onafhankelijkheid verkregen. Ook heeft hij een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van Den Haag.
Albrecht kwam aan de macht nadat zijn broer graaf Willem V in 1358 op een feestavond krankzinnig werd en één van zijn vazallen doodstak (volgens andere bronnen was graaf Willem V gewoon dronken). Graaf Albrecht nam als ruwaard de macht over en liet zijn broer opsluiten in een kasteel in Henegouwen.
Albrecht woonde een groot deel van zijn leven in Den Haag en tijdens zijn bewind ontwikkelde Den Haag zich tot een dorp met de omvang van een stadje. Omdat Leiden en Delft geen toestemming gaven, kreeg Den Haag geen stadsrechten, maar desondanks nam hij enkele maatregelen die ervoor zorgden dat Den Haag een stads karakter kreeg. Zo gaf hij belastingvoordeel aan iedereen die zich in Den Haag vestigde: hierdoor steeg het aantal inwoners van het dorp. Ook benoemde hij een eigen bestuur en gezagshandhavers. Ook kregen inwoners van Den Haag vrijstelling van tolheffingen.
Verder liet Albrecht de Hofvijver, dat toen nog een duinmeertje was, rechthoekig maken. Ook was hij verantwoordelijk voor het uitdiepen en het opknappen van het Spui, dat zich in zijn bewindsperiode ontwikkelde van een armoedige veengebiedje ten zuiden van Den Haag waar vissers en jagers woonden, tot één van de meest aanzienlijke grachten van Den Haag.
Albrecht gaf ook toestemming tot de oprichting van een klooster. Het gebied dat hij hiervoor aanwees, zou zich ontwikkelen tot het Lange Voorhout, één van de meest voorname en belangrijke straten van Den Haag. Het klooster bestaat niet meer, maar de bijbehorende Kloosterkerk is nog steeds in gebruik.
Op 21 september 1392 werd zijn minnares Aleid van Poelgeest tijdens een wandeling bij de Gevangenpoort vermoord door politieke tegenstanders (Hoeken). Als wraak liet Albrecht kastelen van edelen die partij hadden gekozen voor de Hoeken veroveren en afbreken. Ook veroverde hij de stad Delft, die eveneens de Hoekse kant had gekozen. Hij liet de stadsmuur van Delft afbreken en gebruikte de stenen om de muren rond het Binnenhof in Den Haag te versterken. Ook liet hij duizend Delftse mannen blootvoets naar Den Haag lopen om daar vergiffenis voor de stad te vragen. Deze mannen werden gevolgd door 500 vrouwen die in hun mooiste jurk en met losse haren moesten smeken om het leven van de mannen.
[bewerk] Huwelijk/overlijden
Albrecht trouwde op 28 juli 1353 met Margaretha van Brieg (1336 - 18 of 22 februari 1386), dochter van graaf Lodewijk I van Silezië-Liegnitz en Agnes van Glogau en kreeg met haar zeven kinderen:
- Johanna van Beieren (1356 - 31 december 1386) (huwde in (1370?) 1376 met koning Wenceslaus van Bohemen)
- Catharina (30 mei 1361 - Hattem, 19 november 1400), die in 1371 huwde met Eduard van Gelre (sneuvelde nog datzelfde jaar) en op 18 september 1379 huwde met hertog Willem III van Gulik
- Margaretha van Beieren-Straubing (1363 - Dijon, 24 januari 1424) gehuwd in 1385 met Jan zonder Vrees, zoon van Filips de Stoute
- Willem (5 mei 1364 - 1417), gehuwd met Margaretha van Bourgondië, dochter van Filips de Stoute)
- Albrecht (1368 - 21 januari 1397)
- Johanna (München, 1373 - Wenen, 15 november 1410), gehuwd met aartshertog Albrecht IV van Oostenrijk
- Jan zonder Genade (1374 - Den Haag 5 januari 1425)
Albrecht trouwde op 30 maart 1394 voor een tweede maal, met Margareta van Kleef (overleden 1411), dochter van Adolf III van der Mark, dit huwelijk bleef kinderloos.
Albrecht overleed in 1404. Zijn lichaam werd begraven in de Hofkapel op het Binnenhof, dat enkele eeuwen later bij een brand verloren ging. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Willem VI.