Alexander I van Griekenland
1893-1920 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Koning der Hellenen | ||||||
|
||||||
|
Alexander I (Grieks: Αλέξανδρος/Alexandros) (Paleis Tatoi, Athene 20 juli 1893 – Athene 25 oktober 1920) was van 1917 tot 1920 koning van Griekenland. Hij was de tweede zoon van koning Konstantijn I.
Na het gedwongen aftreden van Konstantijn kwam zijn tweede zoon als Alexander I aan de macht. Het volk beschouwde echter de verdreven koning als een martelaar en noemde Alexander - in zijn koninklijk paleis een gevangene van premier Venízelos en de geallieerden - geen koning maar prins (regent).
Alexander was niet populair, en dat had veel te maken met zijn huwelijksleven. Hij was immers vóór de machtsovername getrouwd met Aspasia Manos (op 4 november 1919 in Athene), de beeldschone dochter van een rijke Atheense burger. Deze frivole, niet-adellijke dame was een notoire feministe, die zelfs een vliegbrevet haalde, wat in het conservatieve Griekenland op weinig sympathie kon rekenen.
Na de Eerste Wereldoorlog verkreeg Alexander voor zijn land gebiedsuitbreiding in het noorden, ten koste van Turkije en Bulgarije. Bovendien werd Smyrna, een Turkse havenstad in Klein-Azië met een in hoofdzaak Griekssprekende bevolking, aan Griekenland toegewezen.
Het korte bewind van Alexander I eindigde in 1920 met een tragikomisch voorval. De koning-regent overleed aan bloedvergiftiging als gevolg van de beet van een aap. Een volksstemming riep Konstantijn I terug op de troon: hij werd met laaiende geestdrift in Athene ontvangen. In 1921 werd nog Alexanders enige kind geboren, prinses Alexandra. Zij zou later trouwen met koning Peter II van Joegoslavië.