Chiel von Meijenfeldt
Michiel Hermann (Chiel) von Meijenfeldt (Rotterdam, 4 januari 1923 - 27 november 1990) was een generaal in de Nederlandse Landmacht, die zich langdurig heeft ingezet voor de vredesbeweging. Hij droeg de bijnaam de Rode Generaal.
Von Meijenfeldt was 17 jaar toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, en nam deel aan het verzet tegen de Duitse bezetter, het laatste oorlogsjaar als lid van de Binnenlandse Strijdkrachten. Na de oorlog meldde hij zich als vrijwilliger voor de strijd in Nederlands-Indië en werd ingelijfd bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Tot begin jaren vijftig bleef hij wonen in Indonesië, waar hij trouwde en zijn oudste dochter werd geboren.
In 1953 keerde hij terug naar Nederland en werd pelotonscommandant bij de Landmacht. Hij kreeg verscheidene staffuncties en studeerde af op de Hogere Krijgsschool. In 1964 kreeg hij de opdracht het leger te rationaliseren. Die opdracht mislukte, maar leidde tot nieuwe ideeën over de taak van de krijgsmacht, die Von Meijenfeldt uitwerkte als directeur van het Studiecentrum voor Militair Leiderschap. Door zijn omstreden ideeën werd Von Meijenfeldt geïsoleerd, maar in in 1976 kwam hij terug in het centrum van de militaire macht toen hij door staatssecretaris Bram Stemerdink werd voorgedragen voor het gouverneurschap van de Koninklijke Militaire Academie (KMA), in 1976 gevolgd door een benoeming als generaal-majoor.
Intussen werd bekend dat generaal Von Meijenfeldt kritiek had op kernwapens en actief was in de vredesbeweging. In 1980 nam hij afscheid van het leger. Hij werd kandidaat voor de Evangelische Volkspartij (EVP), waarin veel christenen waren verenigd die niet instemden met de totstandkoming van het CDA. Later werd hij actief in GroenLinks en het Interkerkelijk Vredesberaad.
In zijn internationale contacten was Von Meijenfeldt bijzonder vriendschappelijk met Oost-Europese regimes, in het bijzonder de regering van de DDR. Hij liet zich enkele malen interviewen door Oostduitse kranten. Later bleek dat hij, al dan niet met opzet, een belangrijke bron voor de Staatssicherheitsdienst (Stasi) is geweest bij het vergaren van informatie over de Westeuropese vredesbeweging.