Filips I van Hessen
1504-1567 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Landgraaf van Hessen | ||||||
|
||||||
|
Filips I de Grootmoedige (Marburg, 13 november 1504 - Kassel, 31 maart 1567) was een zoon van landgraaf Willem II van Hessen en Anna van Mecklenburg-Schwerin. In 1509, op 5-jarige leeftijd, volgt hij zijn vader op als landgraaf van Hessen. Zijn moeder oefent tot 1518 het regentschap voor hem uit. In 1524 bekeert hij zich tot het protestantisme na een ontmoeting met Philip Melanchton. Hij sluit zich niet aan bij de anti-lutherse liga van hertog George van Saksen. Tijdens de Rijksdag van Spiers van 1526, ageerde Filips tegen de aanduiding van Ferdinand van Habsburg als keizer en steunde hij openlijk het protestantisme. In Hessen introduceerde Filips een luthers geïnspireerde kerkelijke organisatie. Kloosters en religieuze stichtingen werden ontbonden en hun eigendommen gingen naar liefdadigheids- en opvoedingsinitiatieven. In 1527 werd de universiteit van Marburg gesticht, om zoals deze van Wittenberg, te dienen als leerschool voor protestantse theologen. Om gewapend te zijn tegen bedreigingen van rooms-katholieke vorsten, werd in 1528 te Weimar onder impuls van Filips, besloten tot de oprichting van een liga van protestantse vorsten. Op de Rijksdag van Spiers van 1529 werd hij door de keizer publiekelijk genegeerd en nog hetzelfde jaar sloot hij een geheim akkoord af tussen Saksen, Hessen, Neurenberg, Straatsburg en Ulm. In 1531 tenslotte werd het Schmalkaldisch Verbond afgesloten, een vereniging van Duitse, protestantse vorsten die ijverde voor de erkenning van het protestantisme. Filips werd leider van dit verbond. Nadat er tweedracht binnen het Verbond begon te ontstaan, besloot de keizer het godsdienstvraagstuk met geweld op te lossen en voerde van 1546 tot 1547, verbonden met de paus, Beieren en enkele protestantische vorsten de Schmalkaldische oorlog, die het Verbond verloor. Filips onderwierp zich aan de keizer, maar werd voor 5 jaar in de Nederlanden gevangen gezet. Na zijn terugkeer in Hessen, hield Filips zich verder bezig met het bestuur van Hessen, en voerde o.m. een drankbelasting in om de schulden terug te betalen, die ontstaan waren door de kosten van de krijgsverrichtingen. Hij organiseerde het godsdienstonderricht en de armenhulp in Hessen.
Na zijn dood werd Hessen opgesplitst tussen zijn zoons.
- Willem kreeg Hessen-Kassel, ongeveer de helft van het grondgebied,
- Lodewijk kreeg Hessen-Marburg,
- Filips kreeg Hessen-Rheinfels en
- George regeerde over Hessen-Darmstadt.
Filips was in 1543 gehuwd met de ziekelijke en alcoholverslaafde Christina van Saksen (1505-1549), dochter van keurvorst George van Saksen, en was vader van:
- Agnes (1527-1555), in 1541 gehuwd met keurvorst Maurits van Saksen (1521-1553) en in 1555 Johan Frederik II van Saksen
- Anna (1529-1591 ), in 1544 gehuwd met paltsgraaf Wolfgang van Palts-Zweibrücken-Neuburg (1526-1569)
- Willem (1532-1592)
- Filips Lodewijk (1534-1535)
- Barbara (1536-1597), in 1555 gehuwd met hertog George I van Württemberg-Mömpelgard
- Lodewijk (1537-1604)
- Elisabeth (1539-1582), in 1560 gehuwd met keurvorst Lodewijk VI van de Palts (1529-1583)
- Filips (1541-1583)
- Christina (1543-1604) , in 1564 gehuwd met hertog Adolf van Sleeswijk-Holstein-Gottorp (1526-1586)
- George (1547-1596).
Zonder gescheiden te zijn, trouwde Filips in 1540 morganatisch met Anna van Saale (1522-1566), hetgeen hem de beschuldiging van bigamie opleverde. Alleen de lutherse kerk tolereerde dit huwelijk. Uit dit huwelijk werden nog 9 kinderen geboren.